Gemeente Leiden zocht op korte termijn een second opinion over de toepassing van de Drank- en Horecawet.
Opdracht
Het Bureau Eerlijke Mededinging verzocht het college van de gemeente Leiden om handhavend op te treden tegen een voorgenomen activiteit in de horeca-inrichting Q-bus. De inrichting wordt geëxploiteerd door de Stichting Het Muziekhuis die beschikt over een paracommerciële vergunning met de gebruikelijke voorschriften (geen bijeenkomsten van persoonlijke aard, geen reclame daarvoor, alcohol beperkt tot een uur voor, tijdens en een uur na activiteiten).
De Stichting Muziekhuis heeft het volgende doel: 'Het inrichten en beheren van Het Muziekhuis, waarin aan muziekbeoefenaars de gelegenheid wordt geboden tot de beoefening van muziek, en voorts de gelegenheid wordt geboden tot het volgen van muziekonderwijs. De stichting heeft geen winstoogmerk.'
Aanpak
Wij zijn gestart met een intakegesprek, diverse interviews en een grondig dossieronderzoek. Vervolgens hebben we de wettelijke context bepaald, recente jurisprudentie doorgenomen en deze toegepast op de huidige situatie in gemeente Leiden. Daarnaast is de lokale situatie in kaart gebracht. We hebben gekeken naar de lokale wet- en regelgeving, het beleid en natuurlijk naar de relevante dossiers met afspraken.
Resultaat
Een helder en juridisch houdbaar onafhankelijk advies:
Organisatie van het dansfeest 'De Leidse danssalon' dient te worden gekwalificeerd als een commerciële activiteit; is geen statutaire stichtingsactiviteit, waardoor wordt gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften en beperkingen. Aangezien van bijzondere omstandigheden gelet op de verstrekte informatie niet is gebleken, zal het bestuursorgaan gebruik moeten maken van zijn bevoegdheid tot handhaving.