Het komt steeds vaker voor, persoonlijke gegevens van anderen verspreiden met als doel om diegene online of fysiek te intimideren, ook wel het fenomeen doxing genoemd. Het fenomeen komt van de Engelse term dropping docs en gaat over het lekken van documenten. Doxing komt veelvuldig en in extremere gevallen voor bij politieagenten, politici, journalisten, hulpverleners en gemeenteambtenaren. Zo ook bij onder andere een politieagent die werkzaam was tijdens de avondklokrellen. In Telegramgroepen werd de naam en foto van deze politieagent gedeeld met de beloning van 1000,- euro voor zijn privéadres. In deze situatie kon de verdachte worden bestraft, doordat er ook sprake was van bedreiging. Veel intimiderend gedrag, zoals stalking of bedreiging, was namelijk al strafbaar maar doxing zelf nog niet tot 1 januari 2024.
Doxing
In de Richtlijn voor strafvordering doxing wordt doxing omschreven als ‘’het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens van een ander of een derde met het oogmerk om die ander vrees aan te (laten) jagen, ernstige overlast aan te (laten) doen of hem in de uitoefening van zijn ambt of beroep ernstig te (laten) hinderen.’’
Telefoonnummers, woon- of werkadressen, andere persoonsgegevens of informatie over gezinsleden worden gedeeld op sociale media platforms om een persoon angst aan te jagen. Deze vorm van criminaliteit kan grote impact hebben op de slachtoffers, zeker als de gegevens voor langere tijd op internet blijven staan. De slachtoffers kunnen vrezen voor hun veiligheid, hun mening niet meer durven uiten of hun functies niet kunnen/willen vervullen.
Strafmaat
De Richtlijn voor strafvordering doxing wordt door het Openbaar Ministerie (hierna: OM) gebruikt om de strafeis te bepalen voor daders. Voor de zogenoemde first offender kan de straf een geldboete of werkstraf zijn. Personen die vaker de fout in zijn gegaan kunnen een gevangenisstraf krijgen. Hierbij wordt er onder andere rekening gehouden met het aantal slachtoffers en de gevolgen voor de slachtoffer(s).
De maximale straf die voor doxing kan worden gegeven is een geldboete van 25.750 euro of een gevangenisstraf van twee jaar die met één derde kan worden verhoogd als de doxing was gericht op personen met een specifieke beroepsgroep. Specifieke beroepsgroepen die worden benoemd zijn minister, staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester, wethouder, lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, rechterlijk ambtenaar, advocaat, journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring, ambtenaar van politie of buitengewoon opsporingsambtenaar.
Maatregelen tegen doxing
De overheid neemt verschillende maatregelen om doxing tegen te gaan. Sinds 1 januari 2024 zijn er meer mogelijkheden om dat te doen, namelijk:
- De slachtoffers kunnen aangifte doen van doxing. Het helpt hierbij om bewijs aan te leveren zoals screenshots van tekst- en/of e-mailberichten;
- De slachtoffers kunnen gerichter hulp ontvangen bij het verwijderen van persoonlijke gegevens. Een bevel van de officier van justitie of een organisatie als HelpWanted kan dit mogelijk maken;
- Het OM en de politie kunnen direct na de aangifte van doxing een opsporingsonderzoek opstarten. Eerst was dit alleen mogelijk als er aangiften waren van andere strafbare feiten;
- De daders kunnen makkelijker vervolgd en uiteindelijk bestraft worden;
- De platforms waar de persoonlijke gegevens opstaan kunnen sneller en makkelijker worden beoordeeld of de gegevens moeten worden verwijderd, nadat het slachtoffer contact heeft opgenomen.