De Eerste kamer heeft dinsdag 11 december met een wetswijziging van de Opiumwet. Deze wetswijziging maakt het mogelijk om een woning of inrichting te sluiten bij het aantreffen van chemicaliën of apparatuur waarmee drugs kan worden gemaakt. De strafbare voorbereidingshandelingen met betrekking tot handel in en productie van drugs is hierdoor een grond voor het sluiten van de woning of inrichting. Met deze uitbreiding van artikel 13b van de Opiumwet is de burgemeester beter in staat om de uit het drugsgebruik voortvloeiende risico’s voor de volksgezondheid te voorkomen, beheersen en de nadelige effecten van de productie en distributie van, handel in en het gebruik van drugs op het openbare leven en andere lokale omstandigheden tegen te gaan.
Huidige situatie
Op dit moment kan de burgemeester enkel gebruik maken van de bevoegdheid om een woning of inrichting te sluiten wanneer er meer dan een gebruikershoeveelheid soft- of harddrugs wordt aangetroffen. Volgens de rechtspraak wordt drugs geacht aanwezig te zijn voor verkoop als meer dan de toegestane gebruikshoeveelheid in een pand aanwezig is. Voor harddrugs is deze 0,5 gram en voor softdrugs is de toegestane hoeveelheid 5 gram. Dit blijkt uit een uitspraak van de Afdeling op 11 december 2013. De sluitingsbevoegdheid geldt strikt genomen niet als in een pand geen drugs worden aangetroffen maar wel voorwerpen of stoffen die bestemd zijn voor het telen of bereiden van drugs. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde apparatuur (drugslaboratorium) of chemicaliën (apaan, zoutzuur) en versnijdingsmiddelen.
Nieuwe situatie
Artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet komt als volgt te luiden:
De burgemeester is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang indien in een woning of lokaal of op een daarbij behorend erf:
a. een middel als bedoeld in lijst I of II dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid, wordt verkocht, afgeleverd of verstrekt dan wel daartoe aanwezig is;
b. een voorwerp of stof als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onder 3°, of artikel 11a voorhanden is.
Voorbereidingshandelingen
Volgens het nieuwe artikel 13b Opiumwet kan er van voorbereidingshandelingen enkel sprake zijn bij het voorhanden hebben van bepaalde voorwerpen of stoffen die, vanwege de aard en de hoeveelheid of gezien de onderlinge combinatie geschikt zijn om harddrugs maken. Er moet een ernstig vermoeden zijn dat de voorwerpen en stoffen bestemd zijn voor het maken van deze harddrugs. Enkel het aantreffen van vervoersmiddelen gelden of andere betaalmiddelen is onvoldoende om als voorbereidingshandelingen te kwalificeren.
Wetswijziging per 1 januari 2019
De Tweede Kamer stemde in april al in met de wetswijziging. De wetswijziging zal op 1 januari 2019 ingaan.