Wettelijk kader bedrijven
De Wet milieubeheer (hierna: de Wet) is vooral van belang voor het reguleren van milieubelastende activiteiten door bedrijven (‘inrichtingen’). In deze wet en de bijbehorende regelgeving zoals het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: het Activiteitenbesluit) is bijvoorbeeld geregeld, dat bedrijven die stoffen verbranden overlast en nadelige effecten moeten voorkomen, of – als dat niet mogelijk is – zoveel mogelijk moeten beperken. Bestaande houtkachels bij inrichtingen moeten voldoen aan de eisen uit paragraaf 3.2.1. van het Activiteitenbesluit. Voor houtkachels (dus geen hout gestookte koelinstallaties) zijn geen emissie-eisen opgesteld. Het bevoegd gezag kan zo nodig emissie-eisen als maatwerk bij het besluit opleggen voor houtkachels. Datzelfde geldt voor geurvoorschriften.
Wettelijk kader particulieren
Voor houtstook door particulieren zijn geen normen gesteld. Dat wil zeggen dat het niet eenduidig is bij welke “waarde” de stoker een verbod overtreedt. Bij particulieren is houtstookoverlast aan te pakken via het Bouwbesluit 2012 (kachels) of de Algemeen plaatselijke verordening (open lucht). In dit artikel leggen we de focus op de Algemeen plaatselijke verordening (hierna: Apv).
Algemene plaatselijke verordening
De Algemene plaatselijke verordening is bruikbaar als het gaat om het stoken van vuur in de open lucht, zoals vuurkorven, terrashaarden en barbecues.
De model-Apv van de VNG zegt hierover:
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
1. Het is verboden in de open lucht afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.
2. Als er geen sprake is van gevaar, overlast of hinder voor de omgeving, is het verbod niet van toepassing op:
a. verlichting door middel van kaarsen, fakkels en dergelijke;
b. sfeervuren zoals terrashaarden en vuurkorven, indien geen afvalstoffen worden verbrand;
c. vuur voor koken, bakken en braden, voor zover dat geen gevaar, overlast of hinder voor de omgeving oplevert.
3. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen.
4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de ontheffing worden geweigerd ter bescherming van de flora en fauna.
5. Het verbod geldt niet voor zover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1 of 3, van het Wetboek van Strafrecht of de Provinciale milieuverordening.
6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
In veel gemeenten is beleid vastgesteld met betrekking tot een ontheffingsmogelijkheid. Onder andere in de regio Rivierenland is dit vastgelegd in de ‘Notitie Resthout beheerst verbranden’. Hierbij kan het bijvoorbeeld gaan om de boomkwekerssector die deze ontheffingen aanvragen. Snoeiafval of ander afval verbranden is niet toegestaan. Ook worden aan ontheffingen verschillende voorschriften verbonden over stookperiode, weersomstandigheid, windrichting, tijdstip, hoeveelheid, etc.
Resumerend
Handhaving bij particulieren is niet eenvoudig, juist vanwege het ontbreken van specifieke normen. Wat iemand persoonlijk als overlast ervaart is niet te meten en moet afgewogen worden tegenover de rechten van de stoker. Beleid hieromtrent vergt doorgaans ook afstemming met de regionale omgevingsdienst. Het onderwerp is ook discussiepunt voor landelijke regelgeving, mede op verzoek van het Longfonds en de GGD.