“Doet u een beroep op artikel 46 van de Alcoholwet?” Of “Doet u een beroep op artikel 46 van de Drank- en Horecawet?” Deze vraag is bij sommige gemeenten terug te vinden op het aanvraagformulier voor een Alcoholwetvergunning en heeft betrekking op het overgangsrecht. Maar… klopt deze verwijzing wel?!
Lang verhaal kort: deze verwijzing is niet helemaal juist. Artikel 46 Alcoholwet gaat over een wijziging van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement. De bedoeling van gemeenten om te verwijzen naar artikel 46 Alcoholwet is, verwijzen naar artikel 46 van de eerder geldende Drank en Horecawet (DHW). Maar dit artikel is opgenomen in artikel 48e van de Alcoholwet. Dus als de gemeente hiernaar wil verwijzen, moet dit artikel worden gebruikt. Hierin wordt beschreven dat een bedrijf die voldeed bij de inwerkingtreding van de DHW, dus een vergunning kreeg tijdens 1967 Drankwet (Stb. 1931, 476) en al die tijd het bedrijf heeft doorgezet (anders dan wegens overmacht) een beroep kan doen op overgangsrecht. Zowel bij inrichtingseisen als bij tappen en slijten vanuit één lokaliteit.
Aangezien na de Drankwet, de Drank en Horecawet nu ook niet meer geldt heeft de Alcoholwet in artikel 48b opgenomen dat alle vergunningen en ontheffingen die tijdens de DHW zijn verleend, ook nog steeds geldig zijn nu de Alcoholwet van kracht is. In dit artikel staat ook beschreven dat de diploma’s voor Sociale Hygiëne geldig blijven. Deze personen, die ingeschreven stonden in het register als bedoeld in artikel 8 lid 5 DHW, zijn overgeschreven naar het Register Sociale Hygiëne als bedoeld in de Alcoholwet.