Situatieschets
Op 25 oktober 2018 heeft de burgemeester besloten om een drank- en horecawetvergunning (hierna: DHW-vergunning) van een café in te trekken. De burgemeester had namelijk meerdere controles uit laten voeren bij dat café en uit de opgemaakte controles bleek dat er telkens geen leidinggevende aanwezig was die vermeld stond op het aanhangsel van de DHW-vergunning. Ook bleek dat er een wijziging was van uitbater. De burgemeester noemde dit een ‘schijnbeheersituatie’. Hiervan was geen melding gedaan bij de burgemeester, evenals de wijziging van leidinggevende.
De rechtbank oordeelde dat de burgemeester zijn besluit tot intrekking niet goed genoeg had gemotiveerd omdat er onder andere was afgeweken van het handhavingsstappenplan
Wettelijk kader
Artikel 29, tweede lid, eerste volzin, van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) luidt: ‘De burgemeester vermeldt in een aanhangsel bij de vergunning de leidinggevenden.
Artikel 30a, eerste en tweede lid, van de DHW luidt: ‘1. Een vergunninghouder meldt aan de burgemeester zijn wens: a. een persoon als leidinggevende te laten bijschrijven; […]. 2. Deze melding geldt als aanvraag tot wijziging van het aanhangsel.’
Artikel 31, eerste lid, van de DHW luidt: ‘1. Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien: […] d. de vergunninghouder in de in de artikelen 30 en 30a, eerste lid, bedoelde gevallen geen melding als in die artikelen bedoeld heeft gedaan.’
Hoger beroep
Tijdens een controle bleek dat er een leidinggevende aan het werk was die niet op de vergunning stond. Deze is pas anderhalve maand later gemeld bij de burgemeester om te laten bijschrijven. Op grond van artikel 31, eerste lid, aanhef en onder d, van de DHW, gelezen in samenhang met artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de DHW, trekt de burgemeester een vergunning om een horecabedrijf uit te oefenen in, als de vergunninghouder zijn wens om een leidinggevende bij te schrijven op het aanhangsel bij de vergunning niet heeft gemeld aan de burgemeester.
Uit de rapportage die is opgemaakt naar aanleiding van de controle blijkt dat de leidinggevende weer achter de bar stond. De leidinggevende heeft volgens verklaard dat, zodra hij zijn diploma sociale hygiëne zou halen, hij zou worden bijgeschreven als leidinggevende. Daarnaast heeft wederpartij in zijn schriftelijke uiteenzetting erkend dat deze leidinggevende de sleutel van het pand in zijn bezit had, zoals in de rapportage is vermeld. Ook bleek uit een op 30 juli 2018 gepubliceerd Facebook-bericht op de pagina van het café dat sollicitanten werden opgeroepen hun cv te mailen naar deze leidinggevende. Onder deze omstandigheden is de Afdeling van oordeel dat deze leidinggevende als leidinggevende in het café heeft gewerkt zonder dat hij op het aanhangsel stond vermeld. Op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder a, van de DHW is het voor een houder van een DHW-vergunning verplicht om een nieuwe leidinggevende te melden. Dat heeft de wederpartij niet gedaan. Op grond van artikel 31, eerste lid, aanhef en onder d, van de DHW moet de burgemeester in dat geval de vergunning intrekken. Dat heeft de burgemeester dus terecht gedaan. De rechtbank is ten onrechte tot een andere conclusie gekomen.