In deze vraag van de maand geven we antwoord op de vraag: mag de slijterij of wijnwinkel buiten de winkel goederen, waaronder (zwak-)alcoholhoudende dranken, uitstallen?
Allereerst het onderscheid tussen de slijterij en de wijnwinkel. De slijterij, formeel genoemd het slijtersbedrijf, kent zijn definitie in artikel 1 van de Alcoholwet en heeft op grond van artikel 3 van de Alcoholwet een vergunning nodig van de burgemeester om sterke drank te verstrekken. Daarnaast mag het slijtersbedrijf ook zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije dranken verstrekken, evenals de producten die genoemd zijn in hoofdstuk 2 van het Alcoholbesluit.
Een wijnwinkel, een winkel waarin uitsluitend zwak-alcoholhoudende dranken al dan niet tezamen met alcoholvrije dranken worden verkocht, mag op grond van artikel 18, tweede lid onder a van de Alcoholwet zwak-alcoholhoudende dranken, waaronder dus wijn, verstrekken.
Waar dient de verstrekking plaats te vinden?
Het verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse mag uitsluitend in een daarvoor vergunde slijtlokaliteit van het slijtersbedrijf. Het verstrekken buiten een vergunde slijtlokaliteit is expliciet in artikel 12 van de Alcoholwet verboden. Wanneer de verstrekking buiten de slijtlokaliteit (letterlijk buiten of in een andere ruimte) plaats vindt én dit door een toezichthouder wordt waargenomen dient daarop te worden gehandhaafd.
Voor het verstekken van zwak-alcoholhoudende drank voor gebruik elders dan ter plaatse door het slijtersbedrijf of de wijnwinkel moeten we kijken naar artikel 18 van de Alcoholwet. In het eerste lid staat dat het verboden is in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken. Het slijtersbedrijf kan uitsluitend worden uitgeoefend in de slijtlokaliteit. In het tweede lid, waar de mogelijkheid om zwak-alcoholhoudende drank te verstrekken voor de wijnwinkel staat, wordt expliciet gesproken over “in een winkel”. Dit maakt dat artikel 18 Alcoholwet het voor het slijtersbedrijf en de wijnwinkel onmogelijk maakt om alcoholhoudende drank buiten de slijtlokaliteit/winkel te verstrekken.
Wat als er geen verstrekking wordt waargenomen?
Wanneer er geen sprake is van een verstrekking buiten de slijtlokaliteit of winkel, maar wanneer de klant of medewerker de drank meeneemt naar binnen om daar af te rekenen óf wanneer de toezichthouder tijdens een ronde langs loopt en alleen buiten de slijtlokaliteit/winkel alcoholhoudende drank ziet staan spreken we over het aanwezig hebben van deze drank.
Er is dan sprake van een overtreding van het bepaalde in artikel 25, eerste lid onder a van de Alcoholwet. Dit artikel verbiedt het om, behoudens in de rechtmatige uitoefening, een ruimte voor het publiek geopend te houden indien in die ruimte alcoholhoudende drank aanwezig is.
In de buitenlucht of in geval van een inpandig slijtersbedrijf zoals we vaak bij supermarkten zien, is in de naastgelegen (openbare) ruimte, geen sprake van een rechtmatige uitoefening. Het slijtersbedrijf oefent alleen het slijtersbedrijf rechtmatig uit in de slijtlokaliteit en de wijnwinkel is alleen in de rechtmatige uitoefening in die ruimte waar zij bedrijfsmatig aan particulieren verstrekken.
Samenvattend kunnen we nu concluderen dat alcoholhoudende drank geen onderdeel mag zijn van de uitstalling van slijtersbedrijven of (wijn)winkels. Of deze bedrijven wel een reclamebord of andere objecten, zoals bijvoorbeeld een wijnvat e.d., mogen neerzetten is niet aan de Alcoholwet. Hierover maken gemeenten vaak (algemene) regels in de Algemene plaatselijke verordening en dit kan per gemeenten verschillen.