Afgelopen maand werd er via onze juridische helpdesk een vraag gesteld over de bijzondere verklaring van geen bezwaar voor heteluchtballonnen. ‘Bijzonder’ als in uiteenlopend: een verklaring van geen bezwaar kent verschillende gedaanten. Zo verwijst Wikipedia naar een verklaring van geen bezwaar die na een veiligheidsonderzoek door of namens de minister van Binnenlandse Zaken wordt afgegeven aan een persoon die in aanmerking komt voor een vertrouwensfunctie. De definitie, wet- en regelgeving en bijbehorende processen over een verklaring van geen bezwaar voor heteluchtballonnen zijn daarentegen onbekender. Wat kan een gemeente regelen ten aanzien van deze verklaring van geen bezwaar?
Vrijstellingseis
Voor opstijgen en landen heeft een ballonvaarder een verklaring van geen bezwaar nodig. Deze verklaring vraagt hij aan bij de gemeente. Er bestaat een juridische basis waarop deze ‘plicht’ rust. Wet Luchtvaart artikel 8.1a eerste lid omvat een verbod om met een luchtvaartuig op te stijgen of te landen, anders dan van of op een luchthaven. Vervolgens bepaalt artikel 8a.50 eerste lid Wet Luchtvaart dat deze verbodsbepaling niet van toepassing is op bij algemene maatregel van bestuur te bepalen luchtvaartuigen. Als luchtvaartuig als bedoeld in artikel 8a.50, eerste lid, wordt onder andere in het Besluit Burgerluchthavens artikel 20 sub i aangewezen: “vrije ballonnen bestemd en ingericht voor het vervoer van bemande vluchten;’’
Echter, deze vrijstelling is aan voorwaarden verbonden, bepaalt in de Regeling Burgerluchthavens, hoofdstuk 5, artikel 18, tweede lid: “Van de in het vorige lid, onderdelen c tot en met g bedoelde vrijstelling kan slechts gebruik worden gemaakt onder de voorwaarden dat de gebruiker van de luchthaven beschikt over een door de burgemeester van de gemeente waar de luchthaven is gelegen, in verband met de openbare orde en veiligheid, afgegeven verklaring van geen bezwaar en dat de gebruiker van de luchthaven mededeling doet van de afgifte van deze verklaring aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport.”
Samengevat: de Wet Luchtvaart bevat een verbodsbepaling. Voor deze verbodsbepaling bestaat een vrijstelling, bepaalt in de Regeling Burgerluchthavens. Deze vrijstelling bevat echter een vrijstellingseis; een verklaring van geen bezwaar van de burgemeester.
Een aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar wordt getoetst aan criteria ten aanzien van openbare orde en veiligheid. Zo’n verklaring gaat over het feit dat de burgemeester in het kader van zijn portefeuille openbare orde en veiligheid moet kunnen beoordelen of de passage over zijn gemeente veilig kan en welke voorschriften hij hieraan wil verbinden.
Besluit
Een verklaring van geen bezwaar geldt alleen voor de aanvrager en is locatie gebonden. Verschillende gemeenten rekenen leges voor een verklaring van geen bezwaar. Dit lijkt te impliceren dat een verklaring van geen bezwaar een beschikking is. Toch is dit niet klip-en-klaar, omdat een verklaring van geen bezwaar geen wettelijke grondslag kent. Bij een negatief besluit spreken we wél direct over een beschikking en staat bezwaar open. Als een burgemeester geen verklaring wil afgeven ontstaat dus een vreemde stellingname: de ballonvaarder mag dan theoretisch niet elders opstijgen en overvliegen en zal bij de betreffende gemeente(n) aankloppen.
TUG-ontheffing
Ook het college van gedeputeerde staten kan op grond van artikel 8a.51 Wet luchtvaart een vrijstelling verlenen. Hierbij gaat het om een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) van een terrein, niet zijnde een luchthaven, voor een luchtvaartbeweging met een specifiek luchtvaartuig. Voor luchtvaartuigen met een motor moet een TUG-ontheffing aangevraagd worden bij de provincie. Voor luchtvaartuigen zonder motor is een verklaring van geen bezwaar voldoende.