Laden op eigen terrein
Bij veel gemeenten is het plaatsen van een oplaadpunt op eigen terrein zonder vergunning mogelijk. Hierbij geldt dat er geparkeerd dient te worden op eigen terrein zodat er geen gebruik gemaakt wordt van openbare gemeentelijke grond. Enkele gemeenten geven wel aan dat er misschien toestemming nodig is als het (particuliere) erfpachtgrond betreft.
Parkeren op openbaar terrein en een verbinding naar eigen terrein
Het overbruggen van de afstand van de laadpaal op eigen grond, naar de parkeerplaats van een gemeente met een kabel, wordt ook wel Verlengd Private Aansluiting (VPA) genoemd. Dit kan op verschillende wijzen gerealiseerd worden. Sommige gemeenten verplichten gebruikers om een kabelmat over de laadkabel te leggen die herkenbaar en zichtbaar is zodat anderen er geen hinder van ondervinden. Andere gemeenten vinden het onveilig als er kabels of snoeren in de openbare ruimte over de grond liggen. Deze gemeenten geven aan dat er een vergunning noodzakelijk is waarin de voorwaarden en voorschriften staan waaronder de kabel moet zijn geplaatst. Het plaatsen van een kabelbrug, of een kabelgoot, of een ChargeArm, of een laadkabel onder de stoep of onder de grond kunnen door middel van een vergunning worden toegestaan.
Handhaving
Ook de VNG geeft aan dat het overbruggen van gemeentegrond kan leiden tot gevaarlijke situaties. Elke gemeente kan zelf wel beslissen of zij actief gaat handhaven. Het hangt ook van de omstandigheden af, zoals hinder, overlast en veiligheidsrisico’s, of hiertegen opgetreden zal worden. In de model-APV staat hier niet specifiek iets over kabels of snoeren in de openbare ruimte over de grond geschreven. Wel zou eventueel art. 2:15 model-APV ‘Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp’ kunnen worden opgenomen om handhavend te kunnen optreden. Ook zijn er gemeenten die artikel 2.10 van de model-APV gebruiken.
Reguleren van VPA’s
Indien een gemeente VPA’s wil toestaan, kan dit in de vorm van het opstellen van beleidsregels op grond van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:81), de Gemeentewet (artikel 160, lid 1, sub b) en Wegenverkeerswet 1994 (artikel 18). In deze beleidsregels kan worden aangegeven welke vormen van VPA’s de gemeente toestaat. Hierbij moet er ook nagedacht worden voor het eventueel heffen van leges voorvergunningverlening of precariobelasting voor gebruiksgrond. Ook zal er nagedacht moeten worden over voorwaarden. Denk hierbij aan een termijn en intrekkingsvoorwaarden. Als een ontheffing of vergunning is verleend is het niet mogelijk deze zomaar in te trekken. De uiteindelijke regels, moeten worden gecommuniceerd op de gemeentelijke website, beleid op overheid.nl en een informatieavond kan ook behulpzaam zijn. Het gaat naast het gemak voor de gebruiker ook om de leefbaarheid in de wijk, parkeernormen en bereikbaarheid.
Aansprakelijkheid bij een ongeluk
De gemeente heeft, zoals bepaald in de Omgevingswet, net als burgers en bedrijven een algemene zorgplicht. Door VPA’s is het mogelijk dat er ongelukken gebeuren. ‘’In algemene zin geldt: hoe groter de kans dat een bepaalde situatie leidt tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg, hoe eerder de gemeente gehouden is daartegen veiligheidsmaatregelen te nemen.’’ Aldus Pels Rijcken in hun advies risico's verlengd privaat aansluitpunt (“VPA”). Hierbij wordt aangegeven dat het afhankelijk is van de omstandigheden die zich hebben voorgedaan. Dit betekent dat het aansprakelijkheidsrisico groter wordt als gemeenten VPA’s niet toestaan en hier niet op handhaven
Laden op openbaar terrein
Veel gemeenten zijn bezig met het plaatsen van openbare laadplekken. Sommige gemeenten laten inwoners meedenken en bieden aan inwoners aan dat zij een aanvraag kunnen doen voor een openbare laadplek. Gemeenten gaan daarna kijken of dit realiseerbaar is.
Juridische grondslag
De VNG benoemd artikel 2:10 APV ‘’Voorwerpen op of aan de weg of openbare plaats’’ voor het verbieden van het anders gebruiken van de weg of een weggedeelte overeenkomstig de publieke functie daarvan. Zij geven aan dat als een inwoner of bedrijf een oplaadpaal wil plaatsen op of aan de weg in de buurt van zijn bedrijf of woning er een ontheffing van artikel 2:10 model-APV noodzakelijk is. Ook artikel 2:11 model-APV kan van pas komen. Hierin wordt het aanleggen, opbreken, beschadigen en veranderen van de weg verboden gesteld.
Indien de gemeente bereid is om een oplaadpaal op of aan de weg te realiseren, is een logische vervolgstap voor de gemeente om de aangrenzende parkeerplaats aan te merken als parkeerplaats waarbij alleen elektrische voortuigen mogen opladen. Zo’n verkeersbesluit (plaatsen van E4 of E8 verkeersborden met onderbord) kan door het college op grond van art. 18 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) jo. art. 12 Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) worden genomen. Tevens dient er een melding, vergunning of ontheffing aangevraagd te worden voor het aansluiten van de oplaadpaal op het elektriciteitsnetwerk in de openbare ruimte op of aan de weg op grond van de model-APV (art. 2:11) of van de Modelverordening werkzaamheden kabels en leidingen 2013 (art. 5). Deze verantwoordelijkheid (doen van een melding of aanvragen van de ontheffing of vergunning) ligt bij de aanvrager van de oplaadpaal.
Kortom er zijn veel mogelijkheden voor gemeenten om het opladen van elektrische auto’s te regelen.