Op 27 november 2024 lichtten wij in ons artikel een uitspraak van de Hoge Raad uit 2007 uit, welke betrekking had op sterke drank en mix-dranken. De Hoge Raad beoordeelt hier de vraag of gemixte dranken, bestaande uit sterke drank en niet-alcoholhoudende of zwak-alcoholhoudende drank, onder de definitie van sterke drank vallen volgens de Alcoholwet. Deze uitspraak betreft een casus waarbij een discotheek ter plaatse gemixte drankjes, zoals ‘Ufo’ (jonge jenever met bitter lemon), serveerde aan jonge klanten zonder legitimatie. De Hoge Raad oordeelde dat het mengen van sterke drank met andere ingrediënten niet betekent dat het mengsel geen sterke drank is, omdat het alcoholpercentage in die situatie moeilijk te bepalen is. Dit wilde de wetgever voorkomen om de bescherming van minderjarigen tegen alcoholhoudende drank te waarborgen. Was dit de juiste route en kan het anders?
De wet en de bedoeling
Alcoholmatiging en het voorkomen van alcoholgebruik onder de 18 jaar zijn uitgangspunten die wij volledig onderschrijven. We staan dan ook achter de doelstellingen en de geest van de Alcoholwet. Toch blijven wij de uitspraak van de Hoge Raad op dit punt opvallend vinden. Al jaren verwachten wij dat hier in de praktijk bezwaar tegen zou worden gemaakt, maar voor zover ons bekend, is dat tot op heden nog niet gebeurd. Wij blijven van mening dat het niet makkelijk kunnen vaststellen of iets sterke drank is, geen reden kan zijn om aan te nemen dat dit in al die gevallen van ter plaatse gemixte drank daadwerkelijk sterke drank is. Mogelijk biedt ook de Warenwet, en in het bijzonder het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen, aanknopingspunten die in de verdere interpretatie of handhaving van deze kwestie relevant kunnen zijn.
De Alcoholwet geeft in artikel 1 de definitie van sterke drank, namelijk: “de drank, die bij een temperatuur van twintig graden Celsius voor vijftien of meer volumenprocenten uit alcohol bestaat, met uitzondering van wijn.” Mixdranken zijn niet gedefinieerd in de Alcoholwet. Kijken we naar de praktijk dan zijn alcoholhoudende mixdranken die dranken die vaak sterke drank bevatten, maar gemengd worden met andere dranken zoals frisdrank, sappen of siroop, waardoor het alcoholpercentage van een consumptie aanzienlijk wordt verlaagd. Dat een alcoholhoudende mixdrank wordt geassocieerd met sterke drank is natuurlijk te begrijpen aangezien ze dit in een aantal gevallen ook wel bevatten, maar de effecten van de alcoholhoudende mixdranken zijn doorgaans ook wel echt anders dan van pure sterke drank.
Duiding uitspraak
De constatering van de Hoge Raad dat het (ter plaatse) mixen van dranken met onder meer sterke drank ertoe leidt dat het eindproduct automatisch als sterke drank wordt aangemerkt, roept bij ons vragen op. Dit leidt immers tot een opmerkelijke situatie, want wanneer dezelfde mix vooraf is samengesteld en in een gesloten consumentenverpakking wordt verkocht, valt deze juist onder de categorie zwak-alcoholhoudende dranken. Supermarkten en slijterijen bieden hiervan inmiddels een breed assortiment aan. Slijterijen geven bovendien aan omzet te zien verschuiven richting winkelketens. Deze kant-en-klare gemixte dranken bevatten – volgens de etikettering – een alcoholpercentage dat lager ligt dan de grens van vijftien volumeprocenten zoals beschreven in de Alcoholwet.
Daartegenover staat dat we het in een horecagelegenheid dan zouden moeten associëren met sterke drank omdat het niet van tevoren gemixt is. Kijken we met een ondernemersbril dan is het toch ook niet logisch dat een horecaondernemer (te)veel sterke drank zou toevoegen aan de mix? Dat zou kosten-batentechnisch ook helemaal niet aantrekkelijk zijn. De winstmarge zou dan teniet worden gedaan (frisdrank is goedkoper). Daarbij zouden zijn gasten sneller dronken zijn en minder of geen dezelfde alcoholhoudende consumpties, die over het algemeen duurder zijn, gaan bestellen.
Hoe verder?
Hoewel een alcoholhoudende mixdrank dus vaak met sterke drank wordt geassocieerd, en de Hoge Raad dit in één geval ook bevestigd heeft, vragen wij ons oprecht af hoe we met de kennis van nu, en mogelijk gebruik van Warenwettelijke aspecten (hygiënisch mixen op locatie en etikettering), dit juridische standpunt kunnen blijven verdedigen. Een extra definitie in de Alcoholwet of een verruiming van bijvoorbeeld artikel 17 (verplicht aanbieden van alcoholhoudende mixdranken in een gesloten verpakking die niet zonder kenbare beschadiging kan worden geopend anders dan door de consument) kan ook uitkomst bieden en duidelijkheid scheppen.
We denken dat er daarnaast ook gedacht kan worden aan een betere aanpak van alcoholmatiging en dat overheden daarmee kunnen komen tot evenwichtiger en rechtsgelijker acteren. Het verplicht vast te stellen ‘preventie- en handhavingsplan alcohol’ door de raad, zou hier een uitstekend kader kunnen bieden. De gemeenteraad moet hier dan wel over geïnformeerd zijn en/of worden. Het eindrapport van KWINK groep, in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, getiteld: `Onderzoek gemeentelijk preventie en handhavingsbeleid alcohol’ aangeboden aan de tweede kamer in 2023 geeft over de aanpak van alcoholproblematiek aanbevelingen.