Aanleiding
De eiseres in het geding heeft bij een slijtersbedrijf gevestigd in Duitsland een online bestelling gedaan voor een fles Yeni Raki (sterke drank). Deze bestelling is verzonden via UPS en afgeleverd op het huisadres van eiseres. Zij heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat UPS in strijd heeft gehandeld met de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) omdat zij geen vergund slijtersbedrijf is. Op grond van de DHW is het immers verboden om zonder meer een bestelling van sterke drank af te leveren aan huizen van particulieren. Daartoe heeft eiseres een verzoek tot handhaving ingediend bij gemeente Deventer. Dit verzoek is vervolgens afgewezen waarna zij in beroep is gegaan.
Wettelijk kader
Artikel 1 DHW verstaat onder de definitie van slijtersbedrijf: "de activiteit bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van sterke drank voor gebruik elders dan ter plaatse, al dan niet gepaard gaande met het bedrijfsmatig of anders dan om niet aan particulieren verstrekken van zwak-alcoholhoudende en alcoholvrije drank voor gebruik elders dan ter plaatse of met het bedrijfsmatig verrichten van bij algemene maatregel van bestuur aangewezen andere handelingen."
Artikel 3 DHW stelt daarop het volgende: "het is verboden zonder daartoe strekkende vergunning van de burgemeester het horecabedrijf of slijtersbedrijf uit te oefenen."
Artikel 19, eerste lid, DHW vult daarop aan: "het is verboden, anders dan in de rechtmatige uitoefening van het slijtersbedrijf of van het partijen-cateringbedrijf gelegenheid te bieden tot het doen van bestellingen voor sterke drank en sterke drank op bestelling af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren."
Overwegingen
Bij UPS is er geen voor het publiek zichtbare drankvoorraad aanwezig. De eventueel aanwezige flessen sterke drank zijn als zodanig onherkenbaar voor de medewerkers van UPS en vervoerders. Er is geen slijtlokaliteit waar drank kan worden uitgezocht of verstrekt en waar klanten zich kunnen laten voorlichten door een deskundige slijter. De rechtbank is dan ook van oordeel dat UPS geen slijtersbedrijf uitoefent in de zin van artikel 1 DHW. Dit betekent dan ook dat de activiteiten evenmin vergunningplichtig zijn in de zin van artikel 3 DHW. Bovendien heeft UPS niet de gelegenheid geboden om bestellingen voor sterke drank te doen of om sterke drank af te leveren of te doen afleveren aan huizen van particulieren. Met deze overweging stelt de rechtbank dat UPS tevens niet in strijd heeft gehandeld het bepaalde in artikel 19, eerste lid, DHW. Omdat UPS niet in overtreding is, stelt de rechtbank dan ook dat gemeente Deventer terecht het verzoek om handhaving heeft afgewezen.
Concluderend
Het verbod van artikel 19, eerste lid, DHW ziet dus niet op een algeheel verbod tot het afleveren van sterke drank aan huizen van particulieren anders dan vanuit een slijtersbedrijf. De crux zit hem in het bieden van de expliciete gelegenheid tot de specifieke levering. Het louter namens een derde afleveren van een voor de bezorger onbekend pakket kan in het licht van de bedoeling van de wetgever dan ook niet worden aangemerkt als een handeling welk valt onder de reikwijdte van de Drank- en Horecawet.