In artikel 8.1a, eerste lid van de Wet luchtvaart is geregeld dat het verboden is om met een luchtvaartuig op te stijgen of te landen, anders dan van of op een luchthaven. Het college van gedeputeerde staten kan op grond van artikel 8a.51 Wet luchtvaart een TUG-ontheffing verlenen. Hierbij gaat het om een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik van een terrein, niet zijnde een luchthaven, voor een luchtvaartbeweging met een specifiek luchtvaartuig. De ontheffing is gekoppeld aan het gebruik van een bepaald terrein.
Vereisten ontheffing
Voor het verkrijgen van een TUG-ontheffing moet een aanvrager aan een aantal eisen voldoen. Er moet sprake zijn van tijdelijk en uitzonderlijk gebruik voor niet meer dan 12 dagen, het terrein moet voldoen aan artikel 35 van de Ministeriële Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen en een overleg van gedeputeerde staten met de burgemeester van de betrokken gemeente over de aspecten van openbare orde en veiligheid is verplicht. Tevens moet er sprake zijn van een categorie luchtvaartvoertuig (zie artikel 21 Besluit burgerluchthavens) waarvoor een TUG is toegestaan, zijnde;
- helikopters;
- vrije ballonnen bestemd en ingericht voor bemande vluchten;
- zweeftoestellen;
- micro light aeroplanes (Lichte 1- of 2 persoons luchtvaartuig met als een van de vereiste dat het een max. vlieggewicht van 450kg heeft en maximaal 60DB produceert bij vol vermogen);
- RPA's (remotely piloted aircraft=op afstand bestuurd luchtvaartuig) waarvan de totale massa meer dan 25 kilogram maar niet meer dan 150 kilogram bedraagt;
- vliegtuigen die deelnemen aan een luchtvaartvertoning;
- watervliegtuigen;
- landbouwluchtvaartuigen;
- luchtschepen die op zeeniveau in de internationale standaard-atmosfeer in geheel gevulde toestand een afmeting hebben van meer dan 5 meter of een inhoud van meer dan 4 kubieke meter.
Soorten ontheffingen
Het college van gedeputeerde staten (hierna gedeputeerde staten) vormt het dagelijks bestuur van een provincie. Dit college kan kan TUG-ontheffingen in verschillende soorten onderscheiden. De verschillen in soorten ontheffingen verschilt per provincie. Enkele voorbeelden van TUG-ontheffingen zijn; een generieke TUG-ontheffing, locatiegebonden TUG-ontheffing en de specifieke/overige TUG-ontheffing. Ook is er verschil per provincie in de tijdsduur van de ontheffing. Hieronder gaan wij in op de verschillende soorten TUG-ontheffing.
Generieke ontheffing
Er zijn verschillende manieren waarop de generieke ontheffing is ingekleed. Een generieke ontheffing kan gelden voor meerdere onbekende terreinen voor het gehele grondgebied van een provincie, behalve daar waar het stijgen en eventueel landen met het specifieke luchtvaartuig is uitgezonderd. Op grond van aan de ontheffing te verbinden voorschriften en beperkingen kunnen bepaalde gebieden worden uitgesloten van de ontheffing. Ook kan het zijn dat een dergelijke ontheffing alleen aangevraagd kan worden voor helikoptors of is er een aparte variant speciaal voor hete luchtballonnen. De generieke ontheffing geldt voor maximaal vier vliegbewegingen (bijv. 2 starts en 2 landingen) per dag voor maximaal 12 dagen per terrein per jaar. Er kan ook worden gesproken over een paraplu-ontheffing. In de meeste provincies geldt dat ten minste 24 uur voor de uitvoering van een vlucht de houder van de ontheffing hiervan melding moet doen aan gedeputeerde staten, echter kan dit ook een langer tijdsbestek zijn.
Locatiegebonden ontheffing
Onder locatiegebonden ontheffing worden verschillende omschrijvingen gebruikt. Het kan om een ontheffing gaan voor één of meerdere bekende terreinen. Daarentegen kan een locatiegebonden ontheffing ook betekenen dat deze geldt voor evenementen, projecten of eenmalige vluchtdagen voor landingen of starts op één dag of meerdere dagen. Hiernaast zijn er ook provincies die hebben bepaald dat er een specifieke ontheffing nodig is voor evenementen, projecten of eenmalige vluchtdagen voor landingen of starts op één dag of meerdere dagen. Het vastgestelde maximaal aantal vliegbewegingen per dag verschilt per provincie bij de locatiegebonden ontheffing. Ook kan een locatiegebonden ontheffing specifiek gelden voor helikopters of luchtballonnen. Deze ontheffing geldt ook voor een maximum van 12 dagen per terrein per jaar.
Toetsingscriteria en weigeringsgronden
Voor het beoordelen van een aanvraag voor een TUG-ontheffing betrekken de gedeputeerde staten verschillende criteria, een aantal voorbeelden staan hieronder genoemd:
- belang voor aanvrager in economische en vervoerstechnische zin;
- belang voor natuur en milieu in de omgeving;
- belang omwonende;
- kwetsbare functies zoals begraafplaatsen;
- advies van de burgemeester met betrekking tot openbare orde en veiligheid;
- aan- en uitvlieg routes.
Weigeringscriteria voor het beoordelen van een aanvraag voor een TUG-ontheffing verschilt ook per provincie. Enkele voorbeelden van weigeringsgronden zijn:
- het opstijgen en landen van een gemotoriseerd luchtvaartuig in een Ecologisch Hoofdstructuur (EHS) gebied, zijnde verbindingen van verschillende natuurgebieden voor nieuwe natuur ontwikkeling, Natura 2000 (Europees netwerk van beschermde natuurgebieden) of stiltegebied;
- het opstijgen en landen van een gemotoriseerd luchtvaartuig gedurende een nader gestelde periode;
- indien het aantal gevraagde gebruiksdagen van één of meerdere gebruikers op één en hetzelfde terrein het maximum van 12 dagen per jaar overschrijdt;
- de aanvraag voor twee of meer in elkaar directe omgeving liggende percelen, in een onderlinge afstand van minder dan een nader te bepalen aantal meters hemelsbreed;
- wanneer aanmerkelijk hinder kan ontstaan voor omwonenden (met name door geluidsbelasting of verkeersaantrekkende werking) en/of kwetsbare functies zoals begraafplaatsen, maneges, scholen e.d..
In artikel 35 van de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen is de beslistermijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag van een TUG-ontheffing gesteld op 4 weken. De ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat gedeputeerde staten over de aanvraag tot ontheffing overleg hebben gevoerd met de burgemeester van de gemeente waarin het betreffende terrein ligt. Wanneer een ontheffing verleend is moet de houder van de ontheffing tenminste 24 uur van te voren melding doen van het daadwerkelijke gebruik van het terrein aan de Minister van Infrastructuur en Milieu en de burgemeester van de gemeente waarin het desbetreffende terrein ligt.
Toestemming terreineigenaar
Toestemming van de terreineigenaar is geen vereiste voor het afgeven van een TUG-ontheffing. Er wordt uitgegaan dat dit een civielrechtelijke kwestie is tussen de gebruiker en de eigenaar.
Uitzonderingen
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu heeft besloten om aan paramotorvliegers voor het opstijgen en landen een beperkte vrijstelling onder voorwaarden te verlenen. Naast paramotorvliegtuigen geldt er ook voor "drones" en luchtballonnen een uitzondering.