Achtergrond
Het 15-jarige slachtoffer (hierna: het slachtoffer) heeft in de nacht van 28 op 29 oktober 2016 tijdens een feest van de jongerenvereniging ’t Waeske in Guttecoven (hierna: de verdachte of ’t Waeske) overmatig alcoholische drank gedronken. Volgens getuigen heeft het slachtoffer vier tot vijf halve liters bier en ook nog enkele schotjes gedronken de desbetreffende avond. Het slachtoffer was duidelijk dronken en heeft in ’t Waeske moeten overgeven. Vervolgens is het slachtoffer zichtbaar in beschonken toestand vanuit ’t Waeske op zijn fiets vertrokken. Rond 03.00 uur is het slachtoffer lopend op de autosnelweg door een auto aangereden en kort daarna aan zijn verwondingen overleden.
Tenlastelegging
Tijdens de zitting wordt aan ’t Waeske twee feiten tenlastegelegd:
Volgens de officier van justitie (hierna: de OvJ) is de dood van het slachtoffer aan de verdachte toe te rekenen. De OvJ baseert zich voor het bewijs op de diverse getuigenverklaringen in het strafdossier.
Hoewel binnen ’t Waeske alcoholbeleid met betrekking tot minderjarigen van toepassing was werd dit niet consequent uitgevoerd. Volgens de OvJ was het eerder regel dan uitzondering dat minderjarigen alcohol konden kopen in ’t Waeske.
Oordeel rechtbank
De rechtbank acht de tenlastegelegde feiten bewezen. Volgens de rechtbank was er vanuit de ’t Waeske helemaal geen leeftijdscontrole. Niemand van het aanwezige bestuur heeft die avond verhinderd of bemoeilijkt dat het slachtoffer alcohol dronk. Ook heeft niemand van het bestuur zich erom bekommerd of slachtoffer wel veilig thuis zou komen. Dit terwijl de voorzitter van de vereniging zelf heeft gezien dat het slachtoffer moest overgeven.
De rechtbank is van oordeel dat het slachtoffer door het alcoholgebruik gedesoriënteerd is geraakt en al lopend op de snelweg is beland waar hij is aangereden. Volgens de rechtbank had de jongerenvereniging er rekening mee moeten houden dat dit zou kunnen gebeuren. De rechtbank geeft aan dat de vereniging ernstig te kort is geschoten in de zorg en aandacht die zij is verschuldigd aan de doorgaans jonge doelgroep die ’t Waeske bezoeken. Volgens getuigen stond ’t Waeske onder jongeren bekent als ´the place to be´ om als minderjarige zonder problemen alcohol te verkrijgen.
Als het slachtoffer niet dronken was geweest door toedoen van ’t Waeske zou hij zich naar alle waarschijnlijkheid niet op de autosnelweg hebben begeven en aangereden zijn. De dood van de jongen is daarom volgens de rechtbank, redelijkerwijs aan ’t Waeske toe te rekenen. De rechtbank houdt de jongerenvereniging verantwoordelijk voor de dood van het slachtoffer.
Geldboete
De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van €15.000,00 waarvan de helft voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Het voorwaardelijke deel heeft de rechtbank opgelegd om ’t Waeske ervan bewust te laten zijn dat men absoluut niet meer de fout in mag gaan.
Daarnaast heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een geldboete van €1.000,00 voor het overtreden van artikel 20, van de Drank- en Horecawet. Als ’t Waeske de komende drie jaar nog een keer bedrijfsmatig alcohol aan jongeren onder 18 jaar verstrekt, volgt een sluiting van de ’t Waeske voor de tijd van zes maanden.
Conclusie
Toezicht en controle hoort bij een vereniging waar alcohol wordt geschonken. De verantwoordelijkheid reikt ver. Bij een vereniging mag worden verwacht dat zij goed opletten dat jongeren onder de 18 jaar geen alcohol drinken. Wordt een kind toch dronken, dan draagt de vereniging er zorg voor een dat het kind veilig thuis komt. Van bestuurders van verenigingen mag worden verwacht dat zij zorg en aandacht besteden aan de (jonge) doelgroep die de verenigingen bezoekt.