De inhoudelijke wijzigingen lichten wij hieronder toe:
1. Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan een openbare plaats (variant 3).
De VNG heeft in het vijfde lid ‘bevoegd bestuursorgaan’ gewijzigd in ‘college’. Alleen aan het college kan namelijk de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels (algemeen verbindende voorschriften) worden gedelegeerd.
2. Artikel 2:28 Exploitatie openbare inrichtingen.
De VNG heeft als weigeringsgrond voor een exploitatievergunning in het derde lid toegevoegd dat de exploitant of leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geeft aan dat ‘slecht levensgedrag’ een voldoende duidelijke weigeringsgrond is. Het wordt wel aangeraden dat de burgemeester beleidsregels vaststelt. In de toelichting op dit artikel vermeldt de VNG de jurisprudentie.
3. Artikel 2:57 Loslopende honden.
Het verbod voor niet-aangelijnde honden is uitgebreid tot openbare plaatsen binnen de bebouwde kom. Eerder was het alleen binnen de bebouwde kom op de weg, zie eerste lid, onder b.
4. Artikel 2:65 Bedelarij.
In de Model-APV is dit een facultatief artikel. Er geldt een bedelverbod voor aangewezen plaatsen op de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw. Ook hier heeft de VNG deze plaatsen vervangen door het begrip ‘openbare plaatsen’. Hierdoor gaat het verbod ook in bijvoorbeeld parken of plantsoenen gelden.
5. Artikel 3:7 Weigeringsgronden vergunning seksbedrijf.
In het eerste lid is tot uitdrukking gebracht dat de genoemde weigeringsgronden dienen als aanvulling op de algemene weigeringsgronden van artikel 1:8. Daarnaast is in het eerste lid onderdeel b geschrapt en zijn de overige onderdelen anders geletterd.
De VNG geeft aan dat onderdeel b de weigeringsgrond ‘de exploitant of beheerder is ontzet uit het ouderlijk gezag of de voogdij’ bevatte. Sinds 2015 is wettelijk sprake van ‘beëindiging van ouderlijk gezag of voogdij’. Beëindiging van het ouderlijk gezag is veel ruimer dan de zeer beperkte groep ontzette ouders. In verband hiermee is ook in de Drank- en Horecawet deze weigeringsgrond destijds vervallen.
6. Artikel 5:32 Crossterreinen.
Het crossverbod beperkte zich tot wedstrijden of de voorbereiding daarvan. In het Model-APV heeft de VNG crossen buiten wedstrijdverband aan de verbodsbepaling in het eerste lid toegevoegd. De VNG geeft namelijk aan dat er gemeenten zijn met een terrein (in het buitengebied) waar incidenteel een paar uurtjes gecrost wordt met brommers. Het crossen is puur recreatief, dus niet ter voorbereiding op wedstrijden. Om hiertegen te kunnen optreden bij (geluids)overlast heeft de VNG dit aan het eerste lid toegevoegd.