Omgevingsverordening
Volgens de Omgevingswet moet de provincie naast een omgevingsvisie ook één omgevingsverordening vaststellen voor haar grondgebied. Wat de provincie wil bereiken, en wat ze wil doen om dat te bereiken, wordt in een omgevingsvisie opgenomen.
De verplichtte Omgevingsverordening Noord-Brabant (verder de verordening) bevat alle provinciale regels over de fysieke leefomgeving, die vanuit de doelen van de Omgevingsvisie belangrijk zijn. De fysieke leefomgeving bevat onderwerpen zoals water, bodem, lucht, milieu, natuur, ruimte en wegen. De verordening vervangt verschillende provinciale verordeningen, zoals de Provinciale milieuverordening, Verordening natuurbescherming, Verordening Ontgrondingen, Verordening ruimte, Verordening water en de Verordening wegen. De omgevingsverordening wordt door de Provinciale Staten vastgesteld. Niet alleen provincie Noord-Brabant, maar alle provincies in Nederland zijn bezig met het opstellen van een nieuwe Omgevingsverordening, die aan de eisen van de nieuwe Omgevingswet voldoet.
Grondwaterbeschermingsgebied
Op grond van artikel 2.29, lid 1 onder l juncto artikel 2.30 van de Omgevingsverordening is het verboden om gronden in het grondwaterbeschermingsgebied te gebruiken voor evenementen. Echter, op grond van artikel 2.39 van de Omgevingsverordening is het verbod niet van toepassing als:
a. het gebruik van de gronden tijdelijk is;
b. een bodembeschermende voorziening aangebracht is op de plek waar risicovolle activiteiten en handelingen plaatsvinden, waaronder het gebruik van aggregaten, chemische middelen en brandstoftanks;
c. eventueel spoelwater afkomstig van voorzieningen opgevangen wordt en naar buiten het grondwaterbeschermingsgebied afgevoerd;
d. een startmelding gedaan is als bedoeld in Artikel 2.5.
Stiltegebied
Op grond van artikel 2.76, lid 1 onder b juncto artikel 2.77 is het verboden om een evenement te houden binnen een Stiltegebied. Volgens artikel 2.79 van de Omgevingsverordening is dit verbod niet van toepassing indien:
a. het evenement niet buiten het stiltegebied kan plaatsvinden;
b. de duur van het evenement, inclusief opbouwen en afbreken, ten hoogste 6 aaneengesloten dagen bedraagt;
c. het evenement plaatsvindt tussen 07.00 en 19.00 uur;
d. er ten hoogste 20 tijdelijke parkeerplaatsen buiten de openbare weg zijn ;
e. het equivalente geluidniveau op 50 meter afstand en 1,5 meter hoogte vanaf de grens van het evenement ten hoogste 50 dB(A) en het bronvermogen is niet hoger dan 95 dB(A) is;
f. het maximale geluidniveau op 50 meter afstand en 1,5 m hoogte vanaf de grens van het evenement ten hoogste 60 dB(A) is;
g. een melding als bedoeld in Artikel 2.4 gedaan is.
Op grond van, artikel 2.76, lid 1 onder b, juncto artikel 2.77 van de Omgevingsverordening, is het ook verboden om een evenement wat geen vaste locatie heeft maar zich voortbeweegt tijdens het evenement in een bepaald gebied te houden waarbij een route door een Stiltegebied wordt afgelegd. Het verbod geldt niet als aan de volgende voorwaarden van artikel 2.80 wordt voldaan:
a. het mobiele evenement kan niet buiten het stiltegebied plaatsvinden;
b. het mobiele evenement duurt ten hoogste een dag;
c. het mobiele evenement vindt plaats tussen 07.00 en 19.00 uur;
d. de route maakt uitsluitend gebruik van een verharde openbare weg;
e. het equivalente geluidniveau op 50 meter afstand van de route op 1,5 m hoogte bedraagt ten hoogste 40 dB(A);
f. het maximale geluidniveau op 50 meter afstand van de route op 1,5 m hoogte bedraagt ten hoogste 50 dB(A);
g. een melding is gedaan als bedoeld in Artikel 2.4.
Conclusie
Afhankelijk van het soort evenement en de locatie, heeft de verplichtte Omgevingsverordening Noord-Brabant invloed op wat er kan of niet kan. Bij een aanvraag voor een evenementenvergunning is dit dus ook een te toetsen onderdeel in het proces.