Met de metaaldetector op zoek naar schatten: welke regels gelden er?
Met een metaaldetector op zoek naar een schat, de afgelopen tijd heeft het zich ontwikkeld tot een gewilde hobby. In het nieuws is regelmatig te lezen dat mensen van allerlei vondsten vinden aan de hand van een metaaldetector. Dit kunnen vondsten van schatbare waarden zijn zoals gouden munten, sieraden maar de keerzijde is dat men ook granaten, landmijnen en lichamen uit de Tweede Wereldoorlog kan vinden. Kan je overal gaan speuren en kan je alles houden wat je vindt? In dit artikel gaan wij in op de regels die gelden voor het gebruik van een metaaldetector.
Waarom moeten er regels zijn?
De afgelopen tijd zijn er steeds meer mensen die op zoek gaan naar een schat in de bossen, duinen, parken en op stranden. Men kan dit doen door gebruik van een metaaldetector. Met dit instrument kunnen metalen voorwerpen worden opgespoord. Naast metaaldetectie is ook Geocaching toegenomen in de coronacrisis: dit is het zoeken naar schatten met een GPS tracker of smartphone aan de hand van GPS coördinaten. Voor mensen die meedoen aan het fenomeen Geocaching gelden de regels zoals die op toegangsborden van natuurgebied staan. Voor het verstoppen heeft men wel vooraf toestemming van de grondeigenaar en de gemeente nodig.
Voor mensen die gebruik maken van een metaaldetector gelden extra vereisten. Hier zijn verschillende redenen voor te noemen. Zo komen boswachters regelmatig kuilen in de natuur tegen door metaaldetectie hobbyisten gegraven. Verder beschadigt het graven de bodem: leidingen en kabels kunnen kapot gaan. Planten en wortels kunnen breken. Dieren zoals konijnen, mollen, muizen, hommels en zandhagedissen kunnen verstoord worden. Bovendien is het mogelijk dat er oude munitie, granaten of landmijnen in de grond kunnen liggen die na jarenlang zomaar kunnen gaan ontploffen.
Waar mag wel/niet worden gezocht?
In artikel 5.1 van de Erfgoedwet uit 2021 staat dat het verboden is om zonder certificaat op te graven. Op grond van artikel 2.2 van het Besluit Erfgoedwet archeologie is het zoeken naar vondsten in de bovenste 30 cm van de grond aan de hand van een metaaldetector niet verboden. Het is dus niet toegestaan om te zoeken naar vondsten in de grond die dieper liggen dan 30 cm. Daarvoor geldt een opgravingsverbod. De 30 cm is van belang omdat in de ondergrond er vaak intacte archeologische resten te vinden zijn. Deze vondsten moeten intact blijven voor toekomstig onderzoek. De uitzondering op het opgravingsverbod, tot 30 cm diep graven, geldt alleen voor het vasteland. Het is dus verboden om iets op te graven in de bodem onder water, zowel met een detector als met een magneet.
Daarnaast kunnen gemeenten aanvullende beperkingen stellen voor metaaldetectie. Daarom is het ten eerste aan te raden om de regels van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de betreffende gemeente te controleren. In een APV kan ook in de hele gemeente metaaldetectie worden verboden of kunnen er uitzonderingen gelden voor delen van de gemeente. Sommige gemeenten zijn bereid om een ontheffing te verlenen wanneer men daar om verzoekt. Er zijn ook gemeenten die metaaldetectie verbieden tenzij men bezit over een vergunning.
In een aantal gebieden mag een metaaldetector niet worden gebruikt:
Welke wettelijke kaders gelden er?
Het is mogelijk dat men tijdens het zoeken wapens en munitie vindt. In deze situatie geldt om meteen te stoppen met zoeken en niets te verplaatsen. Bel vervolgens gelijk de lokale politie (zie artikel 8 van de Wet Wapens en Munitie). Het is ook mogelijk dat er lichamen van vermiste personen of slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog worden gevonden, dan is de Wet op de lijkbezorging van toepassing.
Artikel 5.10 van de Erfgoedwet (in samenhang met artikel 2.2, lid 3, van het Besluit Erfgoedwet archeologie) bepaalt dat vondsten met een metaaldetector opgegraven, moeten worden gemeld bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarnaast is artikel 5.1 van de Erfgoedwet van belang, in dit artikel staat een opgravingsverbod voor monumenten beschreven.
Naast de melding uit de Erfgoedwet, is er ook een meldplicht in artikel van 5.13 Burgerlijk Wetboek (boek 5) opgenomen. Schatvondsten moeten worden gemeld bij de gemeente waarin ze zijn gevonden. Dit omdat een schat een zaak van waarde is die zolang verborgen is geweest dat daardoor de eigenaar niet meer kan worden opgespoord. De schat komt voor gelijke delen toe aan de vinder en de grondeigenaar.
Wanneer mag de vondst worden gehouden?
Er zijn drie groepen vondsten relevant:
1) Verborgen vondsten (een schat)
2) Weggegooide vondsten
3) Verloren vondsten
Voor verborgen vondsten geldt dat deze voor gelijke delen toekomt aan de vinder en de grondeigenaar (artikel 5.13 Burgerlijk Wetboek). De waarde van de schat moet dus verdeeld worden. De vondst moet daarom ook bij de betreffende gemeente worden gemeld. Vondsten waarvan het aannemelijk is dat ze bewust zijn weggegooid, worden eigendom geworden van de vinder. In het geval van de verloren vondsten, moet het aannemelijk zijn dat ze zijn verloren en ze moeten worden gemeld bij de gemeente waar ze zijn gevonden. Dit gebeurt om zo de eigenaar de gelegenheid te kunnen geven om zijn eigendom te kunnen opeisen. Indien na twaalf maanden niemand zich heeft gemeld, komt het eigendom toe aan de vinder (artikel 6 Burgerlijk Wetboek). Indien vondsten onrechtmatig zijn gevonden, er is bijvoorbeeld op een plek gezocht waar niet mocht of er is dieper gegraven dan 30 cm, dan geldt doorgaans dat het eigendom overgaat naar de provincie of de gemeente waar de vondst is gevonden.
Conclusie
Indien men met de metaaldetector op zoek gaat naar een schat, gelden er verschillende regels. Zoals besproken gelden er verschillende wettelijke kaders, namelijk: de Erfgoedwet, Besluit Erfgoedwet archeologie, Burgerlijk Wetboek, Wet Wapens en Munitie en de Wet op de lijkbezorging. Het is belangrijk om de APV, van de gemeente waar men wil gaan zoeken, goed door te lezen. Bekijk goed op welke plekken wel mag worden gezocht en vraag altijd toestemming aan de eigenaar van een privéterrein. Verder is het van belang dat men melding doet van de vondsten en de natuur met respect behandelt.