Helaas is de coronacrisis nog niet voorbij en op veel plekken is het nodig om een QR-code, het zogenoemde coronatoegangsbewijs, samen met een geldig identiteitsbewijs te tonen alvorens de persoon naar binnen mag. Controleren en handhaven hierop is lastig, tijdrovend en complex, vanwege draagvlak en bemoeienis van personen. Gemeenten dienen meer belangen en moeten telkens afwegen wat te doen bij wisselende coronamaatregelen en hoe ze het beschikbare toezicht het beste inzetten in hun gemeente. De extra taken drukken vaak op bestaande formatie en vastgestelde uitvoeringsplannen.
In deze vraag van de maand: “Mag een buitengewoon opsporingsambtenaar (boa) vragen naar de QR-code van bezoekers?”.
In de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is de verplichting opgenomen voor ondernemers in meerdere branches om hun bezoekers te controleren op het bezit van een geldig coronatoegangsbewijs en geldig identiteitsbewijs. De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is een ministeriële regeling onder de Wet publieke gezondheid.
Het toezicht op de Wet publieke gezondheid wordt doorgaans uitgevoerd door de Inspectie gezondheidszorg en jeugd en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Sinds de uitbraak van de coronacrisis kunnen bij besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ook andere ambtenaren worden aangewezen. Op 14 december 2020 heeft de minister daartoe een aanwijzingsbesluit van toezichthouders voor het bestuursrechtelijke toezicht gepubliceerd. Door dit besluit zijn boa’s, die als toezichthouders zijn aangewezen voor gemeentelijke verordeningen, bevoegd als toezichthouder toezicht te houden op de Wet publieke gezondheid met daaronder de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19.
In artikel 6.30, tweede lid van Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is verplicht gesteld dat de persoon, die wil deelnemen aan een activiteit of de toegang tot een voorziening waarvoor het beschikken over een coronatoegangsbewijs krachtens de wet is voorgeschreven, zijn coronatoegangsbewijs en zijn identiteitsbewijs, ook op het verzoek van de toezichthouder aan hem of haar moet laten zien.