Venten
Venten is het verkopen van goederen van huis tot huis of op straat, zonder vaste plaats. Het kenmerkende aan venten is dat de verkoper in beweging is en zijn of haar producten steeds vanaf een andere plaats aanbiedt. Degene die dat doet wordt een venter genoemd.
Indien men van plan is om te gaan venten, is het van belang dat men de regels raadpleegt van de betreffende gemeenten. In bepaalde gemeenten dient er namelijk een ventvergunning te worden aangevraagd of een melding te worden ingediend. Er zijn ook gemeenten die niet werken met een vergunning en een melding, zij geven slechts voorwaarden aan onder welke omstandigheden men mag gaan venten. De voorwaarden, alsmede de aanvraagtermijn, kosten en geldigheidsduur kunnen per gemeente verschillen.
Standplaats
Het verkopen van spullen of eten vanuit een kraam of wagen op of aan de (openbare) weg valt onder de definitie van een standplaats. Bij een standplaats is er sprake van een vaste plaats, de verkoper staat stil en wacht op klanten. Een standplaats dient in beginsel te worden aangevraagd bij de gemeente, waarna men bij toestemming een standplaatsvergunning kan verkrijgen. Gemeenten kunnen door middel van hun standplaatsbeleid onderscheid maken in:
- een vaste standplaats;
- een tijdelijke standplaats;
- een seizoensstandplaats (denk bijvoorbeeld aan oliebollen of kerstbomen).
Daarnaast is er nog de mogelijkheid tot het innemen van een standplaats tijden een (jaar)markt. Een andere optie is het innemen van een standplaats tijdens een evenement of een overdekte markt. In een dergelijke geval kan de standplaats onderdeel uitmaken van een evenemententerrein of een snuffelmarkt.
Als het gaat om de kosten van een standplaatsvergunning dan vragen de meeste gemeenten om een vergoeding in de vorm van leges. Indien de kraam of wagen op gemeentegrond staat, moet men in sommige gemeenten naast de standplaatsvergunning ook precariobelasting betalen. Bij sommige gemeenten zit de precario al bij het bedrag van de vergunning in.
Conclusie
Het grote verschil met venten is dat er bij een standplaats sprake is van een vaste plaats, de verkoper staat stil en wacht op klanten. Dit in tegenstelling tot venten, waarbij de venter in beweging is en geen vaste plaats heeft. Het verkopen van producten aan de deur is dan ook typisch een voorbeeld van venten omdat de venter in beweging is. Voor het venten of het innemen van een standplaats kunnen de regels per gemeente verschillen. Wil men goed geïnformeerd zijn omtrent de regels, is het aan te raden dat men de website van de betreffende gemeente raadpleegt ofwel contact opneemt met de gemeente.