Een ieder van ons heeft vast wel eens gezocht naar contact geld om vervolgens in de collectebus te kunnen doen. Er zijn namelijk vele goede doelen waarvoor jaarlijks geld wordt ingezameld. Aan het houden van een collecte of het werven van donateurs kunnen regels worden gesteld. In deze vraag van de maand zullen we in gaan op de verschillende wijzen hoe gemeentebesturen om kunnen gaan met het houden van een collecte en/of werving.
Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF)
Bij het organiseren van collectes, speelt het CBF een belangrijke rol. Het CBF is een onafhankelijke organisatie welke toezicht houdt op de Goede Doelen die geld inzamelen. Naast het feit dat de organisatie toezicht houdt, heeft zij ook collecteroosters opgesteld voor het collecteren voor een goed doel. Er is een landelijk collecterooster en een gemeentelijke collecterooster. Zoals de naam al aangeeft staan in het landelijke collecterooster de collectes voor heel Nederland en voor het hele jaar. Via de gemeentelijke collecterooster kan men per gemeente opzoeken welke collectes zijn ingepland en wanneer deze zijn ingepland.
In beginsel zijn gemeentebesturen gebonden aan het landelijke rooster. Op het rooster staan stichtingen/instellingen die in het bezit zijn van een CBF-erkenning. Een erkenning wordt alleen gegeven indien aan strenge kwaliteitseisen is voldaan, op deze wijze kan men er van uitgaan dat Erkende Goede Doelen daadwerkelijk bijdragen aan een goed doel. Een CBF-erkenning dient niet te worden vergeleken met een anbi-status. Het VNG heeft in 2018 aangegeven dat een anbi-status een fiscaal kenmerk is en aldus niets zegt over de kwaliteit van een organisatie. Dit in vergelijking met de erkenning, de erkenning dient daarom leidend te zijn als het gaat om een collectevergunning.
Geen gemeentelijke regels
Wil een instelling gaan collecteren dan hangt het van de gemeente en de status van de instelling af of er een vergunning moet worden aangevraagd. Zo zijn er gemeenten waarbij er geen gemeentelijke regels gelden voor collectes en fondsenwerving, voorbeelden zijn de gemeenten: Nijmegen, Druten en Wijchen.
Er zijn ook gemeenten die hebben besloten dat, als de organisatie opgenomen is in het landelijke collecterooster van CBF, er geen vergunning hoeft te worden ingediend en er ook geen melding hoeft te worden gedaan bij de gemeente. Een voorbeeld hiervan betreft gemeente Amsterdam. Het betreft hier meestal collectes van grotere goede doelen.
Melding of vergunning
Er zijn instellingen die al jarenlang collecteren, er kan voor deze instellingen een doorlopende vergunning worden verleend. Het gaat dan om de periode die aan de instelling is toegewezen volgens het rooster.
Staat een organisatie nog niet op het rooster en wil deze wel gaan collecteren, kan het van de gemeente afhangen of er een melding moet worden ingediend of dat er een vergunning moet worden aangevraagd. Op deze wijze kunnen kleinere organisaties of goede doelen in het collecterooster worden opgenomen. Er kan gesteld worden dat de organisatie moet beschikken over een CBF-keurmerk. Na het voldoen aan de voorwaarden, mag de organisatie een week kiezen van de ‘vrije periodes’ die in het collecterooster staan. Door het melden of het hebben van een vergunningstelsel wordt inzicht verkregen of de week waarin de organisatie wil collecteren, nog wel vrij is. Tegelijkertijd draagt dit bij aan de overzicht van de gemeente en kan de gemeente de collectes zoveel mogelijk spreiden in een jaar. Gemeentes blijven wel zelf verantwoordelijk om de afgegeven vergunningen in de vrije periodes in te vullen op het rooster.
Het houden van een collecte
De collecte mag plaatsvinden van maandag tot en met vrijdag van 09:00 uur tot 21:00 uur en op zaterdag is dit van 09:00 uur tot 17:00 uur. Op zondag mag er niet worden gecollecteerd. Indien er een vergunning wordt gegeven voor het collecteren, geldt deze vergunning voor de gehele gemeente. Er kan bovendien nog een keuze worden gemaakt in het houden van een huis-aan-huis collecte en/of een straatcollecte. Bij het houden van een collecte is het van belang dat de collectanten zich kunnen legitimeren en de collectanten dienen te collecteren met afgesloten bussen.
Werving van donateurs
Naast de collecte bestaat de donateurswerving. De stichting/instelling vraagt in dit geval dan aan personen om lid of donateur te worden van de opdrachtgevende organisatie. In het wervingsrooster kan men vervolgens zien of zij een donateurswerver kunnen verwachten. Het rooster bevat alleen goede doelen met een CBF-Erkenning; de doelen zijn aldus betrouwbaar.
De werving onderscheidt zich van inzameling omdat er in tegenstelling tot de collecte geen geld of goederen worden ingezameld en geen intekenlijsten worden ingevuld. Het is afhankelijk van de lokale wetgeving of er een vergunning voor donateurswerving moet worden aangevraagd. Dit kan dus per gemeente verschillen.
Conclusie
Uit dit artikel blijkt dat de regels van collecte en werving per gemeente kunnen verschillen. De regels kunnen worden opgesteld middels de Algemene Plaatselijke Verordening en/of via beleidsregels. In beide gevallen is het college van burgemeester en wethouders bevoegd. Belangrijk is dat in beginsel het landelijke collecteplan van het CBF leidend en bindend is. Slechts bij gewichtige redenen, mogen gemeentebesturen hiervan afwijken. In het beleid kunnen wel regels worden opgenomen over de hoeveelheid instellingen die voor dezelfde dag of periode een inzamelings- of wervingsvergunning krijgen. Daarnaast kan bij straatwerving worden bepaald hoeveel personen er mogen worden ingezet en op welke plaatsen dit mag. Het is goed om tot slot in het achterhoofd te houden dat het beleid, als het gaat om collecten, twee uitgangspunten heeft:
1) Alleen betrouwbare instellingen mogen collecteren (altijd checken bij het CBF).
2) Het aantal collectes wordt beperkt en gelijkmatig over het jaar verdeeld.