Afgelopen periode zijn wij druk bezig geweest met preventie- en handhavingsplannen alcohol voor meerdere gemeenten in het land. Naar aanleiding daarvan is er door een van onze medewerkers onderzoek gedaan naar de toegevoegde waarde van nudging bij preventie- en handhavingsplannen. In de volgende maanden zullen wij meer delen over dit onderzoek. In dit artikel starten wij met de betekenis van nudging.
De betekenis van nudging
Om de doelstelling, die wordt opgenomen in het preventie- en handhavingsplan, te behalen is het belangrijk om Nederlandse jongeren zo goed als mogelijk te stimuleren om te wachten met het drinken van alcohol tot hun achttiende jaar. In overheidsbeleid wordt ervan uitgegaan dat een consument zelf rationele en weloverwogen keuzes kan maken. Vanuit de gedragswetenschappen is echter aangetoond dat het vermogen van mensen om informatie te wegen en rationale keuzes te maken begrensd is. Daarnaast stelt zij dat wanneer de keuzedruk te hoog oploopt, zal de kwaliteit van beslissingen afnemen en zal een consument eerder kiezen voor verleidingen en impulsaankopen doen, zoals alcohol. Jongeren blijken voornamelijk geen of lastig weerstand te kunnen bieden en zo minder goed de juiste keuzes te kunnen maken.
Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (hierna: WRR) zijn er twee opties in deze keuzedruk: (1) keuzevaardigheden en zelfcontrole vergroten en (2) een duwtje geven in de juiste richting. Deze laatste noemen we een nudge. Nudging is een belangrijke strategie die overheden kunnen volgen om het gedrag van burgers te veranderen. Volgens de WRR is nudging “het op een slimme maar niet dwingende wijze sturen van gedrag, door gebruik te maken van de nieuwe gedragswetenschappelijke kennis over hoe mensen keuzes maken en soms ook in te spelen op hun irrationaliteit”.
Richard Thaler en Cass Sunstein hebben in hun boek ‘Nudge’ (2008) laten zien hoe keuzes zo kunnen worden ingekleed dat mensen geneigd zijn om de juiste keuzes te maken, die in het belang zijn van hun gezondheid, welvarendheid en vrijheid. Zij hebben het over een ‘zacht duwende overheid’, een overheid die een nudge/duw in de goede richting geeft als de burger dit nodig heeft. Waardoor een omgeving ontstaat waarin mensen bijna vanzelf kiezen voor hetgeen het beste is en waar door de context keuzes zo worden beïnvloed dat men uiteindelijk, naar eigen oordeel beter af is.
Thaler en Sunstein dragen vier manieren aan waarop mensen (door de overheid) een duwtje in de goede richting kan worden gegeven: commitment-mechanismen toepassen, framen, standaardopties instellen, en (voorgestuurd) informeren. Hierbij leggen zij uit dat commitment-mechanismen zorgen voor een extra hindernis alvorens je terug kan vallen in ongewenst keuzegedrag. Door keuzes te framen kan je ervoor zorgen dat je zo op het automatische systeem van mensen inspeelt, dat zij bijna vanzelf de goede keuze maken. Standaard opties zorgen ervoor dat je een voordelige keuze voor de mensen die zelf geen keuze maken. Door mensen, weliswaar voorgestructureerde, informatie te geven, worden zij in staat gesteld beter gefundeerde keuzes te maken. De mens wordt daarmee op twee manieren geschetst. Aan de ene kant moet je door de overheid begeleid worden bij het maken van keuzes, aan de andere kant moet de overheid ons de gelegenheid bieden zelfstandig keuzes te maken. Iets waar je de balans tussen moet vinden in overheidsbeleid… Een lastige opgave.
Wat kan dit betekenen voor jouw preventie- en handhavingsplan? Wordt vervolgd…