Wet Dieren
Ten eerste geeft de Wet Dieren een integraal kader voor regels over gehouden dieren en daaraan gerelateerde onderwerpen. In artikel 1.3 van de Wet Dieren is bepaald dat de intrinsieke waarde van een dier altijd erkend moet worden. ‘Intrinsieke waarde’ is “erkenning van de eigen waarde van dieren, zijde wezens met gevoel.” Dit betekent dat een bevoegd bestuursorgaan bij het nemen van een besluit over een aanvraag voor een evenementenvergunning rekening moet houden met de gevolgen die dit besluit heeft voor deze intrinsieke waarde van een dier. Zo wordt een inbreuk op de integriteit of het welzijn van dieren voorkomen en de zorg die dieren behoeven verzekerd. Volgens artikel 1.3 lid 3 Wet Dieren moeten dieren in ieder geval beschermd worden tegen dorst, honger en onjuiste voeding, fysiek en fysiologisch ongemak, pijn, verwonding en ziektes, angst en chronische stress en beperking van natuurlijk gedrag.
Besluit Houders van Dieren
Waar de Wet Dieren enkel een integraal kader geeft, is het Besluit Houders van Dieren specifieker. Besluit Houders van Dieren bevat verschillende vage termen om diersoorten aan te duiden (althans, voor een niet-dierenkenner). Hier volgt een opsomming:
- Gezelschapsdieren: zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieën, die zijn bestemd om te houden voor liefhebberij of voor gezelschap.
- Evenhoevigen: koeien, schapen en geiten
- Hoenderachtigen: kippen, kalkoenen en fazanten
- Eendvogels: ganzen en eenden
- Loopvogels: struisvogels
- Postduiven
Sinds 1 juli 2014 is dit besluit van kracht en moet een organisator een evenement waarop gezelschapsdieren worden tentoongesteld en/of verhandeld, aanmelden bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Evenhoevigen
Evenhoevigen, met uitzondering van varkens, zijn toelaatbaar op een tentoonstelling of evenement als deze dieren klinisch onderzocht zijn door een dierenarts in de vijf dagen voorafgaand aan het evenement. De eisen die gelden voor het houden van evenhoevigen voor vertoning staan in artikel 4.15 Besluit houders van dieren. Lid 1 van dit artikel stelt dat het verboden is om evenhoevigen bijeen te brengen op een tentoonstelling, keuring of ander evenement. Echter, artikel 4.15 lid 2 kent een uitzonderingsbepaling voor runderen, schapen en geiten mits een organisator van een evenement dit dertig dagen van tevoren meldt bij de NVWA (artikel 4.15, lid 3 Besluit Houders van Dieren).
Op evenementen met schapen en/of geiten mogen alleen schapen en geiten worden aangevoerd die zijn gevaccineerd tegen Q-koorts.
Hoenderachtigen, eendvogels, loopvogels en postduiven
Artikel 4.18 Besluit houders van dieren bepaalt dat het is toegestaan om in gevangenschap levende vogels bijeen te brengen voor een keuring en tentoonstelling en postduiven bijeen te brengen voor een wedvlucht. Ook de Regeling houders van dieren, hoofdstuk 8a bevat regels over dieren inzetten op een evenement. Specifiek: regels over keuringen, tentoonstellingen en wedvluchten inzake vaccinatie tegen besmettelijke dierziekten, onderzoek naar de aanwezigheid van besmettelijke dierziekten en welke gegevens een organisator moet overleggen. Verder stelt deze regeling dat de organisator de NVWA minimaal 8 dagen van tevoren in kennis moet stellen van een evenement.
Bij evenementen moeten één of meer dierenartsen de hoenderachtigen, eendvogels, loopvogels en postduiven op de plaats van aanvoer onderzoeken. Bij hoenderachtigen en postduiven moet een verklaring aanwezig zijn van enting tegen Newcastle disease (vogelpest). Markten met hoenderachtigen, eendvogels, loopvogels en postduiven zijn niet toegestaan. Het is ook niet toegestaan om deze vogels op evenementen te verhandelen.
Evenementenvergunning
Een uitspraak van de Raad van State stelt vast dat dierenwelzijn geen weigeringsgrond is voor een evenementenvergunning. De Raad van State zegt dat de reikwijdte van ‘openbare orde’ expliciet niet zover gaat dan ‘erkennen van de intrinsieke waarde van een dier’. Wél kan bij aantasting van dierenwelzijn een verzoek tot handhaving op basis van de Wet dieren worden gedaan.