Vanaf 1 juli 2023 voor consumptie voor onderweg op open evenementen (geen omheining, geen toegangscontrole) én vanaf 1 januari 2024 voor consumptie ter plaatse op gesloten evenementen (omheind of in een gebouw met toegangscontrole) is wegwerpplastic niet meer toegestaan op grond van de Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik (Rkeg). Wat houdt deze regeling in voor evenementen en wat doet het voor de veiligheidsvraagstukken bij evenementen?
Regeling kunststofproducten voor eenmalig gebruik
Allereerst gaan we in op de regeling en de impact op korte termijn, de regeling is ook de aanleiding en dus het onderwerp.
‘Artikel 2.1. Maatregelen voedseluitgiftelocaties met consumptie ter plaatse’ en ‘artikel 2.2. Maatregelen voedseluitgiftelocatie met consumptie om mee te nemen, af te halen of te bezorgen’ (hierna: consumptie voor onderweg) zijn relevant voor evenementen. Deze regels bevatten een verbod op wegwerpplastic (art. 2.1. lid 1 en art. 2.2. lid 1 Rkeg). Op een gesloten evenement waar consumpties worden aangeboden, is er te allen tijde sprake van consumptie ter plaatse, dus op grond van artikel 2.1. Rkeg is wegwerpplastic vanaf 1 januari 2024 niet meer toegestaan en hergebruik of hoogwaardige recycling (art. 2.1. lid 2 Rkeg) verplicht.
Óf er sprake is van consumptie ter plaatse of van consumptie voor onderweg is voor open evenementen minder duidelijk. Artikel 2.1. Rkeg is van toepassing als de evenementenorganisatie elk voedseluitgiftepunt betrekt bij een evenement en voor dit collectieve systeem aansprakelijk is (zie vorige alinea). Artikel 2.2. Rkeg (consumptie voor onderweg) is van toepassing als de evenementenorganisatie niet elk voedseluitgiftepunt bij een evenement betrekt. Daarom betalen bezoekers van open evenementen vanaf 1 juli 2023 voor drank- en voedselverpakkingen als deze plastic bevatten óf moeten zij gebruik kunnen maken van een herbruikbaar alternatief of van een zelf meegebrachte beker of verpakking (bring your own).
Meer weten?
· Zie Nieuwe regels voor wegwerpbekers en -bakjes.
· Zie Bergen met afval na het evenement? Binnenkort verleden tijd!
Lokaal toezicht
Na de Rkeg (in vogelvlucht) uiteengezet te hebben, resten er andere vragen: Wie ziet er toe op een verbod voor wegwerpplastic op evenementen? En welke rol is er voor gemeenten weggelegd?
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) is aangewezen als toezichthouder op de Rkeg. Echter, de bedoeling van deze regels is dat gemeenten bij voorkeur ook verdergaande regels gaan stellen door middel van visie-documenten en regels via een gemeentelijke verordening. Op die eigen verdergaande regels over een verbod voor wegwerpplastic bij evenementen kan de toezichthouder van de gemeente wél toezien. Sterker nog, dit wordt met ingang van de Rkeg een wettelijke plicht en is niet vrijblijvend.
Het juridische kader is dan als volgt:
Op grond van artikel 160 lid 1 onder a Gemeentewet is het college van burgemeester & wethouders bevoegd om te handhaven op gemeentelijke verordeningen. Voor artikel 2.1 Rkeg lid 1 t/m 3 zijn zij dus belast met het toezicht en de handhaving “in die gevallen dat bij gemeentelijke verordening ten minste gelijkwaardige maatregelen zijn genomen voor de hoogwaardige recycling van of ter voorkoming van het gebruik van kunststof drinkbekers voor eenmalig gebruik of kunststof voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik.’’ Lid 1 t/m 3 van artikel 2.1 Rkeg zijn dus niet meer van toepassing binnen die gemeentegrenzen waar in de gemeentelijke verordening tenminste gelijkwaardige maatregelen zijn genomen.
Normaal gesproken vervallen die bepalingen van de gemeentelijke verordening in wier onderwerp door een wet, een algemene maatregel van bestuur of een provinciale verordening wordt voorzien van rechtswege (artikel 122 van de Gemeentewet) en zouden opnieuw kunnen worden vastgesteld voor zover dat niet in strijd is met de hogere regeling (artikel 121 van de Gemeentewet). Het Rijk wil deze gemeentelijke maatregelen in stand laten voor zover zij gelijk of verder gaan in vergelijking met de Rkeg. Uitdrukkelijk zijn de maatregelen in de Rkeg niet uitputtend bedoeld. Deze regeling mag door de gemeentelijke regelgever worden aangevuld voor zover het doel van de regeling niet wordt doorkruist. Zo kunnen gemeenten ervoor kiezen om voor evenementen bijvoorbeeld volledig herbruikbare drinkbekers of voedselverpakkingen te vereisen. Hiervoor is de ILT dus niet het aangewezen bevoegd gezag. Toch kan het alsnog zo zijn dat de ILT twijfelt aan de vraag of de maatregelen inderdaad gelijkwaardig zijn waardoor er alsnog een rol voor de ILT is weggelegd. Het is namelijk maar de vraag wanneer de maatregelen ‘tenminste gelijkwaardig zijn’. Hier moet een weloverwogen oordeel over gegeven worden door de ILT. Bij geringe twijfel over de gemeentelijke maatregelen kan een gemeente wel gewoon artikel 2.1, vierde lid, van de Rkeg toepassen.
‘Eigen regels’ stellen
Sommige gemeenten hebben op basis van hun eigen bevoegdheid al reductiemaatregelen genomen bij gemeentelijke verordening. De gemeenten borgen de reductiemaatregelen vaak onder de noemer ‘duurzaamheid’, ‘milieu’ en/of ‘afval’. Zo kent de gemeente Amsterdam de Richtlijn Duurzame Evenementen. Deze richtlijn bevat onder andere criteria voor afval en grondstoffen. Uitgangspunt bij dit thema is dat er zo min mogelijk afval gecreëerd wordt op het festival. Dit houdt onder andere in dat wegwerpplastic niet meer gebruikt mag worden. Om aan te tonen dat een evenement aan dit criteria voldoet, moet de evenementenorganisator een duurzaamheidsplan (incl. bewijsstukken zoals afspraken/contracten met leveranciers) aanleveren. Wanneer dit plan onvoldoende houvast biedt, kan de burgemeester de evenementenvergunning-aanvraag weigeren, omdat schade aan het milieu als gevolg van het evenement onvoldoende voorkomen of beperkt wordt. Deze bijzondere weigeringsgrond is namelijk opgenomen in artikel 2.43 APV van de gemeente Amsterdam.
‘Eigen regels’ stellen op het gebied van veiligheid
Tot slot vragen we kort aandacht voor de impact van de regeling op de orde en veiligheid. De regeling ziet toe op de drinkbekers vanuit het oogpunt van milieu. De burgemeester, als bevoegd orgaan voor de vergunningverlening bij evenementen, ziet ook toe op de openbare orde, veiligheid en leefomgeving. Het is dus zaak de verandering voor het milieu op gebied van plastic door te voeren bij evenementen, met daarbij de wetenschap dat er ook een toets op risico’s die bepaalde variabelen met zich meebrengen, moet plaatsvinden. Bij bepaalde concepten en de varianten daarbij voor drinkbekers, komt ook de orde en veiligheidsproblematiek aan bod als een te toetsen onderdeel. Als voorbeeld kan bij de ‘bring your own’ variant een risico ontstaan en dus kan de burgemeester op basis daarvan nadere voorwaarden en/of voorschriften stellen. Deze samenloop zal zich de komende maanden verder ontwikkelen en we zullen over eventuele resultaten later weer berichten.