Relevantie
Voordat de rechtbank het beroep inhoudelijk kon behandelen, moest er eerst worden gekeken of aan de procedurele voorwaarden is voldaan. Eén van deze voorwaarden is of de eiseres procesbelang heeft bij de beoordeling van haar beroep. Met andere woorden heeft de eiseres belang bij de uitkomsten van de procedure? Het evenement is immers al geweest. De rechter oordeelt dat bij deze zaak het aannemelijk is dat er soortgelijke situaties zich in de toekomst zullen voordoen. De uitkomst van deze rechtszaak kan worden meegenomen bij toekomstige aanvragen voor ontheffingen of vergunningen. De rechter zal daarom doorgaan met het inhoudelijk beoordelen van het beroep.
Standpunt eiseres
De eiseres stelt dat door de OTR-rit, het bewerken van de route met machines en het verkeer dat naar het evenement toekwam schade zal ontstaan aan de natuur. Ook is de eiseres bang dat de er reptielen en amfibieën worden doodgereden en de rust van broedvogels wordt verstoord. Volgens de eiseres had de burgemeester op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) de gevolgen voor de natuur moeten betrekken in de beoordeling van de aanvraag voor dit evenement. Door dit niet te doen vindt de eiseres dat de burgemeester heeft gehandeld in strijd met de Habitatrichtlijn. Deze richtlijn is van de Raad van 21 mei 1992 voor de instandhouding van de wilde flora en fauna en natuurlijke Habitats.
Standpunt verweerder
De burgemeester stelt dat een evenementenaanvraag getoetst moet worden aan de toetsingsgronden van de APV Meppel. De bescherming van de natuur is hierin geen toetsingsgrond. De toets ten aanzien van de bescherming van de natuur moet plaatsvinden in het kader van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) volgens de burgemeester. Daarom is er volgens de burgemeester geen grond om direct te toetsen aan de Habitatrichtlijn.
Uitspraak
In artikel 1.8 lid 1 van de APV Meppel zijn de toetsingsgronden: de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid en de bescherming van het milieu voor een evenementenvergunning opgenomen. De rechter oordeelt dat het belang van de bescherming van de natuur niet valt onder één van deze vier toetsingsgronden. Met de bescherming van het milieu wordt bedoeld de bescherming van het woon- en leefklimaat als onderdeel van de openbare orde. Met ‘openbare orde’ wordt gedoeld op het ordelijk verloop van het leven van mensen ter plaatse. De rechter concludeert dat de burgemeester het belang van de bescherming van de natuur niet kon toetsen aan artikel 1.8 lid 1 van de APV Meppel.
Ook oordeelt de rechter dat de burgermeester niet op grond van artikel 6 lid 3 van Habitatrichtlijn de aanvraag hoefde te toetsen en evenmin een passende beoordeling hoefde te maken. Dit betekent niet dat er geen natuurtoets moet plaatvinden. Op basis van artikel 2.7 van de Wnb kan er worden bepaald of er een vergunning nodig is. De gedeputeerde staten hebben hiervoor het bevoegd gezag. De burgermeester van Meppel heeft de motorclub hier uitdrukkelijk op gewezen in de evenementenvergunning. Indien blijkt dat er voor een evenement op grond van de Wnb een vergunning nodig is, is het verboden om zonder vergunning het evenement te laten plaatsvinden. Dit geldt ook als een vergunning kort voor het evenement wordt aangevraagd. Hiermee wordt er geborgd dat bij elk project wordt beoordeeld of er significante effecten zijn en indien nodig een vergunning wordt vereist. Deze eventueel vereiste vergunning (op grond van Wnb) is niet gekoppeld aan een evenementenvergunning die verleend wordt op basis van de APV.
De eiseres vindt bovendien dat er ten onrechte geen inspraak is geboden bij de besluitvorming van de evenementenvergunning. Dit zou onder andere voortkomen uit artikel 6 lid 3 van Habitatrichtlijn en twee eerdere uitspraken van voorzieningsrechters. De rechter heeft al overwogen dat de APV (betreft de vergunningverlening voor evenementen) niet in strijd is met de Habitatrichtlijn. Daarnaast verplicht in dit geval artikel 6 lid 3 van Habitatrichtlijn ook niet tot inspraak bij de voorbereiding van een evenementenvergunning op grond van de APV Meppel. De benoemde uitspraken door voorzieningsrechters zijn volgens deze rechter niet vergelijkbaar met deze zaak. Hierin werden andere toetsingskaders gebruikt dan in de APV Meppel.
De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond. Het bestreden besluit en de verleende evenementenvergunning blijven in stand.