Kinderen zijn er gek op; springkussens. Er wordt dan ook vaak gebruikgemaakt van springkussens op (kleine) evenementen. Niet zonder risico, want er vinden weleens ongelukken met springkussens plaats. Voor de minister van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (hierna: de minister) een reden om het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) te wijzigen. Sinds 1 juli 2023 is dan ook het Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen 2023 (WAS2023) van kracht.
Tijd voor een opfrisser! Wat regelt dit besluit krachtens de Warenwet? Wie ziet toe op deze wetgeving? En hoe kan een vergunningverlener een evenementenvergunning-aanvraag, waar springkussens onderdeel van zijn, beoordelen?
WAS2023
De veiligheid van springkussens (en andere attractie- en speeltoestellen) is geregeld in het WAS2023. Een springkussen is namelijk een speeltoestel; een inrichting bestemd voor vermaak of ontspanning, waarbij uitsluitend van zwaartekracht of van fysieke kracht van de mens gebruik wordt gemaakt (artikel 1 WAS2023). Het WAS2023 regelt onder andere het ontwerp- en fabricageproces (artikel 5 t/m 8). Dit besluit bevat onder andere een verwijzing naar de Europese normen voor speeltoestellen en bijbehorende valdempende ondergronden. Speeltoestellen zoals springkussens moeten beschikken over een geldig certificaat dat voldoet aan de norm NEN_EN 14960 veiligheidseis en kwaliteitsnorm.
Daarnaast regelt het WAS2023 ‘veiligheidsinstructies’. Bijvoorbeeld artikel 16 regelt dat een fabrikant zorgt voor een Nederlandse gebruiksaanwijzing die een verhuurder dan wel beheerder in staat stelt een attractie- of speeltoestel zodanig te (de)monteren en te onderhouden dat zo’n toestel geen gevaar oplevert voor de veiligheid of gezondheid van personen. Verder moeten gebruikersinstructies goed zichtbaar op toestellen worden geplaatst.
Ook heeft het WAS2023 betrekking op de keuring van een attractie- of speeltoestel. Artikel 17 WAS2023 zegt dat een verhuurder dan wel beheerder moet beschikken over een geldig certificaat van goedkeuring waaruit blijkt dat een attractie- of speeltoestel is goedgekeurd en voldoet aan de eisen van het WAS2023. Zo’n certificaat wordt afgegeven door een door de minister aangewezen keuringsinstelling (AKI). Een certificaat van goedkeuring wordt afgegeven als uit een keuring blijkt dat een toestel veilig ontworpen en vervaardigd is en er, bij redelijkerwijs te verwachten gebruik, geen gevaar zal ontstaan voor gebruikers en omstanders. Ook voorziet een AKI een attractie- of speeltoestel van een uniek registratienummer (artikel 7 lid 3 en 4). Er bestaat namelijk een registratieplicht. Via een register kunnen bijvoorbeeld gemeenten opzoeken of een toestel is goedgekeurd voor gebruik in Nederland.
Toezicht
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op de naleving van bovenstaande regels. Ze controleren of toestellen zijn gekeurd door een AKI, of er sprake is van juist en voldoende beheer en of veilig gebruik is geborgd. Zij handelen steekproefsgewijs en risicogericht bij producenten en beheerders. Ook onderzoeken ze ongevallen na een melding en zijn ze bevoegd om een toestel buiten bedrijf te stellen en een proces-verbaal op te maken.
Evenementenvergunning
Zoals beschreven kunnen gemeenten een register, het register attractie- en speeltoestellen (RAS), raadplegen om na te gaan of een springkussen (of andere attractie- of speeltoestel) beschikt over een geldige keuring. Daarnaast kunnen gemeenten vergunningvoorschriften opnemen voor springkussens. Zo kunnen gemeenten opnemen dat alle toestellen een geldig certificaat van goedkeuring moet hebben. Indien keuring ontbreekt, kan het toestel worden geweigerd. De NVWA moet dan worden geïnformeerd, omdat zij belast is met het toezicht op de naleving. Ook voorschriften over verankering van springkussens, ondergronden en (extreme) weertypes zijn voorbeelden.