Hoogdrempelige inrichting
Het is voor veel gemeenten weer de tijd van het jaar: de aanvragen van horecabedrijven voor aanwezigheidsvergunningen ten behoeve van kansspelautomaten. Om in een horecabedrijf kansspelautomaten aanwezig te hebben moet de inrichting of de lokaliteit hoogdrempelig zijn, maar hoe zat dat ook alweer?
De wetgever
Artikel 30, onder d, van de Wet op de kansspelen benoemt de vereisten voor een hoogdrempelige inrichting. Bij de totstandkoming van deze wet is in de memorie van toelichting een uiteenzetting gedaan; om een inrichting als hoogdrempelig te kunnen kwalificeren moet in beginsel van de volgende voorwaarden worden uitgegaan:
- Het bezit zijn van een drank- en horecavergunning; en
- Het gaat om een café of een restaurant;
- Het café- of restaurantbezoek staat op zichzelf; en
- De activiteiten zijn gericht op personen van 18 jaar en ouder.
De invulling van de laatste drie voorwaarden zullen hieronder aan de hand van de memorie van toelichting worden uitgelicht.
Een café
Om een inrichting als café te kunnen kwalificeren moet het gaan om een inrichting die door het publiek in de eerste plaats wordt bezocht voor het nuttigen van alcoholhoudende drank. Het spreekt voor zich dat hierbij kan worden gekeken naar de intentie van de ondernemer ten aanzien van zijn publiek. Maar hoe verhoudt dit zich tot de daadwerkelijke aantrekkende werking?
Een restaurant
Om een inrichting als restaurant te kunnen kwalificeren moet het gaan om een inrichting waar maaltijden worden geserveerd. Onder maaltijd wordt verstaan; een geheel van warme gerechten bestaande uit ten minste de volgende drie, niet met elkaar gemengde bestanddelen:
- Vlees, vis, gevogelte of wild (eventueel andere bestanddelen bij een vegetarisch restaurant);
- Groente;
- Aardappelen, rijst of meelspijzen.
Er is in de regel slechts sprake van een restaurant als de verstrekking op deze ongemengde componenten is gericht Dus niet op merendeels afzonderlijke of gemengde gerechten.
Het café- of restaurantbezoek staat op zichzelf
Het cafébezoek – het bezoek dat zich richt op dat wat het een café maakt – en het restaurantbezoek – het bezoek dat zich richt op dat wat het een restaurant maakt – moet op zichzelf staan. Als er nog andere activiteiten in de inrichting plaatsvinden waaraan zelfstandige betekenis kan worden toegekend, voldoet het daarmee niet aan deze voorwaarde. De wetgever kiest in toelichting hiervan voor een duidelijk voorbeeld: een bowlingcentrum. Het bowlen is in dit geval een activiteit welke een zelfstandige stroom van bezoekers trekt. Het café- of restaurantbezoek staat niet op zichzelf dus is er geen sprake van een hoogdrempelige inrichting. De grens tussen activiteiten van zelfstandige betekenis en activiteiten welke slechts ondersteunend zijn aan het café of restaurant is niet in alle gevallen uitgekristalliseerd.
De activiteiten zijn gericht op personen van 18 jaar en ouder.
Ongeacht de aard van de activiteiten is vanzelfsprekend één ding van belang: de activiteiten moeten in belangrijke mate gericht zijn op personen van 18 jaar en ouder. Een café dat bijvoorbeeld zijn activiteiten hoofdzakelijk richt op scholieren zal niet als hoogdrempelig worden gekwalificeerd.
Samengestelde inrichting
Naast een laagdrempelige en een hoogdrempelige inrichting kan er ook sprake zijn van een samengestelde inrichting: ten minste één van de lokaliteiten is op zichzelf hoogdrempelig, maar (een) overige lokaliteit(en) niet. Regelgeving en jurisprudentie bieden de nodige handvatten, maar een besluit ten aanzien van een samengestelde inrichting behoeft altijd motivatie naar de concrete omstandigheden van het geval. De mogelijke interpretatieruimte is bij lange na (nog) niet ingekaderd. Bespreking van deze meer complexe toetsing zal volgende maand in een afzonderlijk artikel volgen.