Op 26 januari 2018 heeft Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat heeft een brief geschreven aan de voorzitter van de Tweede Kamer waaruit blijkt dat zij voornemens is om eind dit jaar met een wetsvoorstel te komen. Het wetsvoorstel moet de ondernemingsvrijheid van winkeliers beter borgen.
Op 26 januari 2018 heeft Staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat een brief geschreven aan de voorzitter van de Tweede Kamer waaruit blijkt dat zij voornemens is om eind dit jaar met een wetsvoorstel te komen. Het wetsvoorstel moet de ondernemingsvrijheid van winkeliers beter borgen.
Winkeltijdenwet
Op 1 juli 2013 is de gewijzigde de Winkeltijdenwet in werking getreden, waardoor de vrijstelling van de verboden in de Winkeltijdenwet meer aan gemeenten werd overgelaten. Deze wetwijziging heeft er voor gezorgd dat gemeenten meer ruimte kregen voor lokale afweging van de verschillende belangen om al dan niet te kiezen voor ruimere openingstijden. Hierbij was het niet de bedoeling dat de wetswijziging in de praktijk resulteerde in een plicht om open te zijn. Voorop stond dat ondernemers zelf hun afweging konden maken en hun eigen openingstijden konden vaststellen.
Evaluatierapport
Bij brief van 23 december 2016 werd het evaluatierapport van de gewijzigde Winkeltijdenwet aangeboden de Tweede Kamer. Hieruit bleek dat de wet werkt en zijn doel heeft bereikt. Uit de evaluatie bleek destijds dat meer gemeenten ruimere openstelling toestonden dan voor 2013.
Verplichte openstelling
Begin 2018 kwamen de eigenaren van Paddepoel Fietsen in het Groningse winkelcentrum Paddepoel in het nieuws. De winkelier moest een boete betalen aan de Coöperatieve vereniging van eigenaren in het winkelcentrum "De Paddepoel" (CVvE) van het winkelcentrum, omdat men niet elke zondag en koopavond open wilde zijn. De openingstijden waren opgenomen in het vastgestelde Huishoudelijk Reglement van de CVvE.
In een brief van 26 januari 2018 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer gaf de staatssecretaris aan dat de verplichte openstelling van winkels niet het gevolg is van de Winkeltijdenwet, maar voort vloeit uit afspraken in een huurovereenkomst of binnen een winkeliersvereniging of Vereniging van Eigenaren. Afspraken over de openingstijden worden onder andere gemaakt om te voldoen aan de behoefte van de consumenten of om de aantrekkelijkheid van een winkelgebied te verbeteren door gecoördineerde openingstijden.
De staatssecretaris wil echter voorkomen dat winkeliers zonder expliciete instemming al dan niet via een Vereniging van Eigenaren of winkeliersvereniging worden verplicht om hun winkel open te stellen. De verplichte opstelling kan namelijk tot problemen leiden bij (kleine) winkeliers. Vooral in gevallen waarbij geen sprake is van economische rendabele openstelling. Dit speelde ook in het geval van de winkelier in het Groningse winkelcentrum Paddepoel.
Wetsvoorstel
De staatssecretaris is voornemens om eind dit jaar een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer te sturen. Het wetsvoorstel moet zorgen voor betere waarborging van de ondernemingsvrijheid van winkeliers ten aanzien van de openingstijden. De staatssecretaris wil voorkomen dat in de toekomst besluiten worden genomen over openingstijden waar de winkelier niet zelf mee heeft ingestemd. Dit betekent dat winkeliers dan ook niet op een later moment alsnog gedwongen mogen worden door een winkeliersvereniging of derde om open te gaan op ruimere openingstijden zonder eigen instemming.
Daarbij stelt Keijer dat een winkelier wel is gehouden aan afspraken die zelf worden aangegaan door bijvoorbeeld een huurovereenkomst waarin afspraken over de openingstijden staan opgenomen. De staatssecretaris stelt dat het bepalen van openingstijden voor een winkelier behoort tot de basis van ondernemingsvrijheid. Hoe deze maatregelen kunnen worden vormgegeven zal blijken uit het wetsvoorstel.