Op 13 juli 2016 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in een beroepsprocedure uitspraak gedaan inzake het opnemen van een concrete en handhaafbare geluidsnorm in een evenementenvergunning.
Procesverloop
Bij besluit van 6 mei 2014 heeft de burgemeester voor het jaarlijkse evenement ''Kleintje Feestweek Balk ' met onder andere een kermis op het Treemsterplein in het Friese Balk een vergunning verleend. Een omwonende die vlak naast het kermisterrein woont stelt echter dat hij ernstig geluidsoverlast ervaart van de kermis. De omwonende vindt dat de burgemeester een geluidsnorm als voorschrift in de vergunning had moet opnemen. Hij heeft een bezwaarschrift ingediend, welke ongegrond is verklaard.
Rechtbank
In de beroepsprocedure heeft de rechtbank geoordeeld dat geen geluidsnorm in de vergunning hoeft te worden opgenomen, omdat de burgemeester voldoende rekening heeft gehouden met de belangen van de omwonenden. De burgemeester heeft acht geslagen op de ingediende klachten en na overleg met omwonenden het produceren van geluid beperkt door het opnemen van voorwaarden ten opzichte van de overlast. Een concrete geluidsnorm is daarbij niet benoemd.
Hoger beroep
De appellant stelt dat de norm subjectief is. Door het ontbreken van een concrete geluidsnorm in de vergunning en daarbij de beoordeling van de geluidsoverlast zonder norm over te laten aan een ambtenaar wordt de rechtszekerheid tekort gedaan. Daarnaast stelt de appellant terecht dat veel andere gemeenten wel een dergelijke in dB(A) uitgedrukte geluidsnorm opnemen in de vergunning.
De burgemeester stelt dat met het opnemen van een geluidsnorm de geluidsoverlast niet wordt weggenomen, omdat de norm moeilijk is te handhaven en handhaving ook kosten met zich meebrengt. Volgens de Afdeling valt niet in te zien waarom een concrete geluidsnorm met een voorgeschreven meetmethode niet valt te handhaven, maar juist het voorschrift waarin staat dat de kermis geen overwegende hinder mag veroorzaken voor de omwonenden en de omgeving wél (zoals in de recentere vergunning van 2016 is opgenomen).
Er zijn de afgelopen jaren steeds meer maatregelen genomen om de geluidoverlast zoveel mogelijk terug te dringen door onder andere wijzigingen in de indeling van de kermis, wijzigingen in de opstelling van geluidsboxen en het realiseren van een centrale geluidsinstallatie, zonder het gewenste eindresultaat. Uit het oogpunt van rechtszekerheid blijft er dus een reële behoefte bestaan bij zowel appellant als organisatie tot een concrete geluidsnorm.
Uitspraak
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de omwonenden, maar ook de organisatie van het evenement, van de burgemeester mogen verlangen dat er concrete geluidsnormen worden opgenomen in de vergunning. De Afdeling vult daarop aan dat de omwonende belang heeft bij een oordeel over de rechtmatigheid van de vergunning in 2014, omdat deze uitspraak betekenis kan hebben voor de toekomst.