Horecabedrijf
Onafhankelijk van de locatie stelt artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet (hierna: DHW) dat er onder horecabedrijf moet worden verstaan: "de activiteit in ieder geval bestaande uit het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse".
Met het bedrijfsmatig organiseren van whiskyproeverijen wordt er tegen betaling alcoholhoudende drank verstrekt voor gebruik ter plaatse. Ook al vinden de proeverijen plaats op locaties aan huis of op kantoor, er is alsnog sprake van de uitoefening van een horecabedrijf in de zin van de DHW. Voor een rechtmatige organisatie van de bedrijfsvoering is dan ook in beginsel een drank- en horecavergunning vereist (artikel 3, eerste lid DHW). Het is echter de vraag of er DHW-vergunning kan worden verleend.
Op bestelling afleveren / partijen-cateringbedrijf
Een uitzondering op de DHW-vergunningplicht kan eventueel worden gevonden in het op bestelling afleveren van sterke drank vanuit een slijtersbedrijf of een partijen-cateringbedrijf (artikel 19, lid 1van de DHW). Als de organisatie plaatsvindt vanuit een vergund slijtersbedrijf, dan zou het afleveren aan huizen en of kantoorpanden geen probleem hoeven zijn. Het ter plaatse inschenken van de whisky valt echter niet onder deze uitzondering. Er kan nog wel worden bezien of de dienst valt onder de definitie partijen-cateringbedrijf, zij het niet dat dit alleen opgaat voor het bedrijfsmatig verstrekken van dranken én gerechten. Voor het rechtmatig ter plaatse inschenken van louter whisky is een vergunning nog steeds noodzakelijk.
Inrichting – inrichtingseisen
Uit artikel 7, eerste lid, DHW blijkt dat de vergunning alleen kan worden verleend wanneer het horecabedrijf wordt uitgeoefend in een inrichting. De inrichting moet dan ook voldoen aan het 'Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet' (de inrichtingseisen). Om de proeverijen aan huis of op kantoor te organiseren, zal elke locatie afzonderlijk aan de inrichtingseisen moeten worden getoetst. Dit betekent dat er voor elke afzonderlijke locatie ook een aparte drank- en horecavergunning moet worden verleend.
Afzonderlijk aanvragen
Als er voor elke proeverij op een afzonderlijke locatie een aanvraag zal worden gedaan, dan dienen zich meerdere toetsingsgronden aan. Afhankelijk van het beleid van de gemeente zou er naast elke DHW-aanvraag ook een aanvraag voor exploitatievergunning moeten worden gedaan.
Gezien de locaties woonhuizen en kantoorpanden betreffen is er in eerste instantie een aanzienlijke kans dat de aanvraag voor het horecabedrijf niet past binnen het bestemmingsplan. Als dit wel het geval is zal de toets aan de inrichtingseisen niet gemakkelijk kunnen worden doorstaan. Zo moet er in de inrichting o.a. sprake zijn van tenminste één horecalokaliteit welke een oppervlakte heeft van tenminste 35m2 met de daarbij behorende inrichtingseisen zoals een mechanische ventilatie, twee gescheiden toiletten etc. Onder horecalokaliteit wordt verstaan: een lokaliteit waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend welke bestemd is voor het verstrekken van alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse. Het blijft de vraag in hoeverre een kantoorpand of woonhuis als locatie bestemd zal kunnen zijn voor horeca. Het legaliseren van de bedrijfsvoering van aan de hand van DHW-vergunningen lijkt in ieder geval bijzonder lastig.
Ontheffing artikel 35 DHW
Nu het verkrijgen van DHW-vergunningen bij woonhuizen en kantoorpanden moeilijk haalbaar lijkt, kan de mogelijkheid voor een ontheffing nog worden besproken. Het is hierbij mede de vraag in hoeverre het bedrijfsmatig organiseren van proeverijen zou kunnen worden geschaard onder een 'bijzondere gelegenheid van zeer tijdelijke aard'. Los van deze eventuele discussie kan een ontheffing op grond van artikel 35 DHW alleen worden verleend voor zwak-alcoholhoudende drank. Omdat whisky een sterke drank is zal een ontheffing op grond van artikel 35 DHW niet mogelijk zijn.
Concluderend
Een opzet van whisky-proeverijen aan huis of op kantoor kan moeilijk worden gelegaliseerd. Een eventuele oplossing kan worden gevonden in een scenario waar het bedrijf als vergund slijtersbedrijf de proeverijen beperkt tot het afleveren van de whisky zonder deze ook ter plaatste te schenken. Een ander mogelijkheid zou zijn om de proeverijen te organiseren op locaties waar een DHW-vergunning voor een horecabedrijf is verleend. In dit laatste geval kan dit ofwel voor rekening en risico van een derde houder van een bestaande DHW-vergunning, ofwel voor rekening en risico van het organiserende bedrijf op basis van een eigen verkregen vergunning voor de inrichting.