Op 24 februari 2016 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) uitspraak gedaan over een verzoek aan het college van Deventer om handhavend op te treden tegen het gebruik van een winkelpand in strijd met het bestemmingsplan. Aanleiding was het verzoek van een pizzarestaurant om handhavend op te treden tegen het exploiteren van de nabijgelegen Turkse Bakkerij, die in haar winkelpand concurrerende horeca-activiteiten verricht in strijd met het bestemmingsplan.
Stand van zaken
Op 18 juli 2014 heeft het college van burgemeester en wethouders van gemeente Deventer (het college) het verzoek van het pizzarestaurant afgewezen. Het ingediende bezwaar van het pizzarestaurant tegen het besluit van 18 juli 2014 is op 17 november 2014 door het college ongegrond verklaard. Het college is van mening dat zij niet bevoegd is om handhavend op te treden tegen de strijdigheid van de horeca-activiteiten met het bestemmingsplan. Volgens het college kunnen de horeca-activiteiten worden beschouwd als bijbehorende en/of aanverwante dienstverlening bij de bakkerij, die op grond van artikel 5.1, aanhef en onder b van de planvoorschriften zijn toegestaan. Tevens voert het college aan dat het begrip aanverwante dienstverlening ruim moet worden uitgelegd gezien het in deze zaak gaat om een Turkse bakkerij (detailhandel) en dat er sprake is van ondersteunende horeca-activiteiten, omdat minder dan 15 % van de vloeroppervlakte van het pand wordt gebruikt voor deze activiteiten.
De rechtbank
De rechtbank heeft op 25 maart 2015 het ingestelde beroep van het pizzarestaurant tegen de beslissing op bezwaar gegrond verklaard en het besluit van het college vernietigd. Naar het oordeel van de rechtbank is het college wel bevoegd handhavend op te treden tegen horeca-activiteiten in het pand wegens strijd met het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelde anders dan het college dat ondersteunende horeca-activiteiten op grond van de planvoorschriften niet zijn toegestaan. Tevens oordeelde de rechtbank dat het geldende horecabeleid niet als zelfstandige grondslag voor afwijking van het bestemmingsplan kan fungeren. Het college heeft tegen de beslissing van de rechtbank beroep ingesteld.
De Afdeling
De Afdeling oordeelde dat, anders dan het college betoogt, ondersteunende horeca-activiteiten niet kunnen worden aangemerkt als bijbehorende en/of aanverwante dienstverlening als bedoeld in artikel 5.1, onder b van de planvoorschriften. De Afdeling oordeelde dat ondersteunende horeca-activiteiten een andere ruimtelijke uitstraling hebben dan de voorbeelden van bijhorende en/of aanverwante dienstverlening genoemd in het eerder genoemde artikel en dat het begrip van aanverwante dienstverlening in het geval van een Turkse bakkerij (detailhandel) niet ruim dient te worden uitgelegd. Tevens oordeelde de Afdeling dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat het horecabeleid niet als zelfstandige grondslag kan fungeren voor afwijking van het bestemmingsplan. De Afdeling verklaarde het ingestelde beroep van het college ongegrond.
Nader besluit van het college
Op 15 januari 2016 heeft het college opnieuw het ingestelde bezwaar van het pizzarestaurant ongegrond verklaard en daarbij heeft het college het besluit met aanpassing van de motivering in stand gelaten. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat op 20 oktober 2015 een omgevingsvergunning is verleend voor het uitvoeren van horeca-activiteiten in het pand van de Turkse bakkerij, zodat er geen bevoegdheid bestaat om handhavend op te treden. Het pizzarestaurant was van mening dat het college in strijd met de goede procesorde heeft gehandeld door slechts een paar dagen voor de zitting het besluit van 15 januari 2016 aan de Afdeling toe te zenden. De Afdeling oordeelde dat het haar niet vrij staat om het besluit van 15 januari 2016 buiten beschouwing te laten, omdat het besluit krachtens artikelen 6:24 Awb in samenhang met artikel 6:19, eerste lid van rechtswege wordt geacht als onderwerp van het geding. Nu het college een omgevingsvergunning heeft verleend is er geen sprake meer van strijdigheid met het bestemmingsplan. Zodoende heeft het college de situatie waarin zij verplicht was tot handhavend op te treden gerepareerd.