Op 25 april 2017 publiceerden wij het artikel “Wat te doen met lachgas?”
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van veel onduidelijkheid over lachgas, de wettelijke status en de risico’s bij het gebruik van lachgas. De afgelopen maanden is het gebruik van lachgas wederom toegenomen. Vorig jaar was lachgas vooral erg populair in het uitgaansleven en op evenementen. Terwijl nu een stijging is waar te nemen in het gebruik bij (minderjarige) jongeren thuis en op straat.
De stijging van het gebruik bij deze doelgroep is te herleiden naar een aantal redenen:
- Lachgas is goedkoop en makkelijk te verkrijgen via warenhuizen of via internet.
- De verkoop, de handel, het bezit en het gebruik van lachgas is niet verboden en is niet leeftijdsgebonden.
- De gezondheidsrisico’s lijken beperkt al komen meer en meer berichten naar buiten dat dit niet zo is.
Toch zijn er wel degelijk enkele risico’s. Een opsomming hiervan staat in het artikel van 25 april 2017. Daarnaast heeft de NVWA een risicobeoordeling door het RIVM laten uitvoeren en het onderzoeksrapport Beoordeling gezondheidsrisico’s lachgas (N2O) online ter beschikking gesteld.
Verkoop inperken
In december vorig jaar lieten Bruno Bruins (Minister Medische Zorg) en staatssecretaris Paul Blokhuis (Ministerie van Volksgezondheid), weten de verkoop aan jongeren te willen beperken. De gedachte is om vrijwillig een leeftijdsgrens in te stellen en een maximum te stellen aan het aantal patronen dat per dag verkocht mag worden.
Sinds dit jaar voeren de bewindslieden gesprekken met bedrijven die lachgas verkopen. Volgens Bruno Bruins en Paul Blokhuis tonen ze “duidelijke bereidheid”. Staatssecretaris Blokhuis laat weten dat dat soepel verloopt: “Er wordt medeverantwoordelijkheid gevoeld.” Lokale gemeenteraadsfracties roepen hun eigen gemeentebestuur op om in gesprek te gaan met individuele winkeleigenaren.