Beginselplicht tot handhaven
Het bevoegde bestuursorgaan dient toezicht te houden dat burgers zich aan bestuursrechtelijke normen houden. Wanneer een burger een bestuursrechtelijke norm overtreedt heeft het bestuursorgaan in beginsel de plicht tot handhaven. De beginselplicht tot handhaving wordt volgens de volgende standaardoverweging als volgt uitgelegd: Gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, zal in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag het bestuursorgaan weigeren dit te doen. Concreet zicht op legalisatie is een van de meest voorkomende grond om af te zien van handhavend optreden. Bij een handhavingsverzoek is het bestuursorgaan verplicht handhavend op te treden. Een handhavingsverzoek is een verzoek aan het bevoegde bestuursorgaan tot het nemen van een besluit. Het bevoegde bestuursorgaan moet dan een besluit nemen.
Vereisten handhavingsverzoek
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) mag een ieder een verzoek doen om handhaving. Een verzoek van een burger om aan een bestuursorgaan te verzoeken handhavend op te treden valt te kwalificeren als een aanvraag om een besluit te nemen. Maar eerst moet er getoetst worden of de aanvrager een belanghebbende is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Belanghebbende
De indiener van het handhavingsverzoek moet belanghebbende zijn in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. In artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de bestuursrechter. Alleen wie een voldoende objectief en actueel, eigen en persoonlijk belang heeft dat rechtstreeks betrokken is bij het bestreden besluit, is belanghebbende in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Als de verzoeker om handhaving geen belanghebbende is, moet het verzoek niet-ontvankelijk verklaard worden.
Concreet
Een handhavingsverzoek moet voldoende concreet zijn. Een handhavingsverzoek dat onvoldoende concreet is, is geen verzoek en hier hoeft het bestuursorgaan ook geen besluit te nemen op het verzoek. In een uitspraak oordeelde de Raad van State dat het handhavingsverzoek onvoldoende concreet was. Een handhavingsverzoek moet een concrete omschrijving van overtredingen hebben waarnaar onderzoek kan worden verricht.
Vervolg
Is de indiener belanghebbende en het handhavingsverzoek voldoende concreet, is het bestuursorgaan verplicht om nader onderzoek te verrichten. De toezichthouder of boa moet in dat geval controleren of er een overtreding voordoet. Vervolgens volgt er een besluit van het bevoegde bestuursorgaan. Dat kan een afwijzing zijn omdat er geen overtreding is geconstateerd. Indien er besloten wordt handhavend op te treden moet er een handhavingsbesluit genomen worden. Enkel de mededeling dat wordt gehandhaafd is onvoldoende. Het bestuursorgaan kan een herstelsanctie of een bestraffende sanctie opleggen. Het onderscheid tussen een herstelsanctie en een bestraffende sanctie is gelegen in het doel waarmee de sanctie wordt opgelegd. Een herstelsanctie zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang is gericht op het beëindigen of ongedaan maken van de overtreding. Een bestuurlijke boete is een voorbeeld van een bestraffende sanctie. Een bestraffende sanctie is gericht op het bestraffen van de overtreder.