Minimumvloeroppervlakte
De gemeente kan bij een gemeentelijke verordening een hoger minimumvloeroppervlakte voor een slijt- of horecalokaliteit vaststellen. Dit komt voort uit het toevoegen van een derde lid aan artikel 25a van de wet.
Artikel 25a, derde lid van de Alcoholwet
Onverminderd artikel 10, tweede en derde lid, kunnen bij gemeentelijke verordening als bedoeld in het eerste lid, aanvullend aan hetgeen is geregeld bij of krachtens de artikelen 2, 3, 5, 6 en 120 van de Woningwet eisen worden gesteld aan de minimumvloeroppervlakte van een slijtlokaliteit of horecalokaliteit.
Happy hour
Hoewel de grondslag voor het verbieden van een happy hour niet nieuw is vindt er in artikel 25d van de wet wel een wijziging plaats. Gemeenten konden naast een verbod op happy hour in de horeca ook stuntprijzen in winkels en slijtersbedrijven verbieden. Die laatste mogelijkheid komt te vervallen doordat een verbod op prijsacties wordt opgenomen als landelijke wetgeving in het nieuwe artikel 2a.
Gemeenten kunnen uitsluitend nog in een verordening opnemen dat het verboden is om in de horeca alcoholhoudende drank te verkopen voor een periode van 24 uur of korter lager dan 60% van de prijs die gewoonlijk in de betreffende horecalokaliteit wordt gevraagd.
Proeverijen in slijtersbedrijven
Bij gemeentelijke verordening kunnen betaalde proeverijen in slijtersbedrijven worden toegestaan. Dit komt in artikel 25e van de Alcoholwet te staan. Er kan hierdoor bij verordening vrijstelling worden verleend voor proeverijen buiten de openingstijden van het slijtersbedrijf. Artikel 6.1 van het Alcoholbesluit omschrijft de eisen waaraan de proeverijen moeten voldoen:
- één proeverij per dag en maximaal drie per week;
- kosten zijn voor aanvang proeverij door leidinggevende vastgesteld;
- deelnemers zijn voor aanvang proeverij bekend bij de leidinggevende;
- slijtlokaliteit is gedurende een proeverij gesloten voor publiek (alleen deelnemers proeverij toegestaan);
- verbod verstrekken alcoholhoudende drank en alcoholvrij drank voor gebruik elders dan ter plaatse. Met uitzondering van de drank die gedurende de proeverij verstrekt is.
Alcoholoverlastgebied
De gemeente kan in geval van ernstige aantasting van de openbare orde, de leefomgeving of de volksgezondheid een alcoholoverlastgebied aanwijzen. Dit komt te staan in artikel 25f Alcoholwet.
In een alcoholoverlastgebied kunnen nadere regels gesteld worden, zoals een verbod of beperkingen opleggen voor bedrijfsmatige alcoholverstrekking, extra weigeringsgrond voor een vergunningaanvraag en nadere regels opstellen voor specifiek dat gebied, zoals een verbod op happy hour of het instellen van een minimale toegangsleeftijd voor het toelaten van personen in de horecalokaliteit en op het terras.
Vervoermiddelen
De gemeente kan op grond van artikel 25g van de Alcoholwet middels een verordening bepalen dat op vervoermiddelen, zoals bijvoorbeeld bierfietsen, partybussen en vaartuigen, waarbij bedrijfsmatig alcoholhoudende drank wordt verstrekt, een medewerker aanwezig moet zijn die voldoet aan de eisen sociale hygiëne. Als een gemeente hier gebruik van maakt moet dit verplicht gemeld worden aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Normaliter is de NVWA belast met het toezicht op de naleving alcoholwetgeving op vervoermiddelen. Echter, als er in een gemeentelijke verordening vervoermiddelen aangewezen zijn, is de burgemeester bevoegd om handhavend op te treden. Hiervoor wordt een lid ingevoegd in artikel 44a van de wet.